Bericht 001
Mededeling van de Commissie - TRIS/(2025) 0654
Richtlijn (EU) 2015/1535
Kennisgeving: 2025/0130/PL
Kennisgeving van een ontwerptekst van een lidstaat
Notification – Notification – Notifzierung – Нотификация – Oznámení – Notifikation – Γνωστοποίηση – Notificación – Teavitamine – Ilmoitus – Obavijest – Bejelentés – Notifica – Pranešimas – Paziņojums – Notifika – Kennisgeving – Zawiadomienie – Notificação – Notificare – Oznámenie – Obvestilo – Anmälan – Fógra a thabhairt
Does not open the delays - N'ouvre pas de délai - Kein Fristbeginn - Не се предвижда период на прекъсване - Nezahajuje prodlení - Fristerne indledes ikke - Καμμία έναρξη προθεσμίας - No abre el plazo - Viivituste perioodi ei avata - Määräaika ei ala tästä - Ne otvara razdoblje kašnjenja - Nem nyitja meg a késéseket - Non fa decorrere la mora - Atidėjimai nepradedami - Atlikšanas laikposms nesākas - Ma jiftaħx il-perijodi ta’ dewmien - Geen termijnbegin - Nie otwiera opóźnień - Não inicia o prazo - Nu deschide perioadele de stagnare - Nezačína oneskorenia - Ne uvaja zamud - Inleder ingen frist - Ní osclaíonn sé na moilleanna
MSG: 20250654.NL
1. MSG 001 IND 2025 0130 PL NL 10-03-2025 PL NOTIF
2. Poland
3A. Ministerstwo Rozwoju i Technologii, Departament Obrotu Towarami Wrażliwymi i Bezpieczeństwa Technicznego,
Plac Trzech Krzyży 3/5, 00-507 Warszawa, tel.: (+48) 22 411 93 94, e-mail: notyfikacjaPL@mrit.gov.pl
3B. Departament Hodowli i Ochrony Roślin, Ministerstwo Rolnictwa i Rozwoju Wsi, Wspólna 30, 00-930 Warszawa,
tel. (+48) 22 623 10 17, e-mail: krzysztof.kielak@minrol.gov.pl, malgorzata.malec@minrol.gov.pl
4. 2025/0130/PL - C00A - Landbouw, visserij en levensmiddelen
5. Ontwerp van geïntegreerde methode voor de productie van hazelnoten.
6. Methodologie voor de geïntegreerde gewasproductie.
7.
8. I. AANLEG VAN AANPLANTINGEN
II. BEMESTING EN LIMING
III. BODEMVERZORGING EN ONKRUIDBESTRIJDING
IV. VERZORGING VAN DE AANPLANTING
V. BESCHERMING TEGEN ZIEKTEN
VI. BESCHERMING TEGEN ONGEDIERTE
VII. REGELS EN BEGINSELEN VAN GOEDE PRAKTIJKEN VOOR GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN
VIII. SELECTIE VAN TECHNIEKEN VOOR DE TOEPASSING VAN GEWASBESCHERMINGSPRODUCTEN
IX. HYGIËNE- EN GEZONDHEIDSBEGINSELEN 5
X. REGELS VOOR DOCUMENTATIE BIJ GEÏNTEGREERDE GEWASPRODUCTIE
XI LIJST VAN VERPLICHTE ACTIVITEITEN EN BEHANDELINGEN IN HET GEÏNTEGREERDE PRODUCTIESYSTEEM VAN DE GEWONE HAZELNOOT
XII. CONTROLELIJST VOOR FRUITGEWASSEN
XIII. ALGEMENE REGELS VOOR DE AFGIFTE VAN CERTIFICATEN IN DE GEÏNTEGREERDE GEWASPRODUCTIE
9. Geïntegreerde gewasproductie (IP) is een nationale voedselkwaliteitsregeling voor duurzaam gebruik van technische en biologische vooruitgang op het gebied van teelt, gewasbescherming en bemesting, met als hoofddoel de zorg voor de menselijke gezondheid en het milieu. Dankzij het systeem kunnen hoogwaardige gewassen worden verkregen en op de markt worden gebracht met een label dat de geïntegreerde productie van gewassen aangeeft. De basisvereiste van het geïntegreerde gewasproductiesysteem is, naast de uitvoering van gespecialiseerde training, teelt volgens gedetailleerde methodologieën die zijn goedgekeurd door de hoofdinspectie Plantengezondheid en zaadinspectie. Het ontwerp betreffende de teelt van hazelnoot, als technisch voorschrift waarvan kennisgeving moet worden gedaan, is bijgevoegd.
Elke methode bevat informatie over het aanplanten, verzorgen, beschermen en oogsten van het betrokken gewas. Deze informatie wordt aangevuld met elementen zoals: correcte gewaswisseling en agrotechniek, rationele bemesting op basis van de werkelijke behoeften van de gewassen en het gebruik, indien gerechtvaardigd, van gewasbeschermingsmiddelen die het minste risico voor de gezondheid van mens en dier en voor het milieu vormen. De inspectie van gewasproducenten die IP gebruiken, met inbegrip van verificatie van de correcte toepassing van de vereisten die zijn vastgelegd in de methoden van de geïntegreerde gewasproductie, wordt uitgevoerd door bevoegde instanties. Overeenkomstig de bepalingen van de wet gewasbeschermingsmiddelen van 8 maart 2013 (Pools Staatsblad van 2020, item 2097) is de bevoegdheid om toezicht te houden op de aan het systeem deelnemende landbouwbedrijven en om certificaten af te geven waarin de toepassing van het IP wordt gecertificeerd, toevertrouwd aan certificeringsinstanties die zijn gemachtigd door provinciale inspecteurs voor plantengezondheid en zaadcontrole.
Het IP-systeem definieert productvereisten die verder gaan dan die welke door de Europese Unie zijn vastgesteld en moet zorgen voor een product van hogere kwaliteit in vergelijking met soortgelijke producten die voldoen aan de eisen van algemeen toepasselijke regelgeving. Het IP-systeem moet ook verder gaan dan de standaard IPM-vereisten. Het onderscheidende kenmerk van het systeem betreft onder andere strengere criteria voor de keuze van gewasbeschermingsmiddelen die kunnen worden gebruikt op gewassen die voor certificering worden ingediend, waaronder onder andere het beperkte gebruik van gewasbeschermingsmiddelen die niet selectief zijn voor nuttige organismen, leiden tot resistentie bij plantenplagen of giftig zijn voor mens en milieu. De informatie over gewasbeschermingsmiddelen die in de geïntegreerde gewasproductie zijn toegestaan, is beschikbaar op de website “Platforma Sygnalizacji Agrofagów” [Onlinewaarschuwingssysteem voor plagen]
https://www.agrofagi.com.pl/143,wykaz-srodkow-ochrony-roslin-dla-integrowanej-produkcji
Het onderscheidende kenmerk van het systeem omvat ook vereisten voor de naleving van de door de hoofdinspecteur voor plantengezondheid en zaadcontrole goedgekeurde methoden, die moet worden geverifieerd alvorens het IP-certificaat op het gebied van productie, gewasbescherming en de naleving van de hygiënische en sanitaire voorschriften door de producent die aan het systeem deelneemt, wordt afgegeven.
Er moet ook worden opgemerkt dat, in overeenstemming met de bepalingen van art. 55 van de wet gewasbeschermingsmiddelen van 8 maart 2013, geïntegreerde gewasproductie een vrijwillige regeling is.
“Artikel 55. [Kennisgeving van de intentie om geïntegreerde plantaardige productiebeginselen toe te passen]
1. Een exploitant die planten produceert overeenkomstig de eisen voor de geïntegreerde gewasproductie, hierna de “plantenproducent” genoemd, kan verzoeken om een certificaat dat wordt afgegeven door een exploitant die certificeringsactiviteiten verricht op het gebied van geïntegreerde gewasproductie, hierna de “certificeringsinstantie” genoemd.
2. Het voornemen om de geïntegreerde gewasproductie toe te passen wordt jaarlijks door de plantenproducent meegedeeld aan de certificeringsinstantie, uiterlijk 30 dagen vóór het zaaien of planten, of, in het geval van meerjarige gewassen, uiterlijk op 1 maart van elk jaar.
3. De in lid 2 bedoelde kennisgeving bevat:
1) de naam, het adres en de woonplaats of de naam, het adres en de statutaire zetel van de plantenproducent;
2) (ingetrokken);
3) het PESEL-nummer (persoonlijke identificatienummer) indien deze aan hen is toegekend;
4) de datum en handtekening van de aanvrager.
4. Bij de in lid 2 bedoelde kennisgeving wordt het volgende gevoegd:
1) informatie over de soorten en rassen van de in lid 2 bedoelde planten en de plaats en het areaal van de teelt;
2) een kopie van een certificaat van voltooiing van een opleiding tot geïntegreerde plantaardige productie of een kopie van het certificaat of kopieën van andere documenten waaruit blijkt dat aan de eisen van artikel 64, lid 4 of lid 7, van de wet is voldaan.
5. Indien de in lid 2 bedoelde kennisgeving niet de in lid 3 of lid 4 bedoelde informatie bevat, verlangt de certificeringsinstantie van de plantenproducent dat hij de gebreken binnen de voorgeschreven termijn verhelpt. Indien de gebreken niet binnen de gestelde termijn worden verholpen, stelt de certificeringsinstantie de plantenproducent schriftelijk in kennis van de weigering om de kennisgeving te aanvaarden.
6. De certificeringsinstantie houdt een register bij van plantenproducenten die hun voornemen om de regels voor de geïntegreerde gewasproductie toe te passen, kenbaar hebben gemaakt.
7. Het in lid 6 bedoelde register bevat:
1) de naam, het adres en de woonplaats of de naam, het adres en de statutaire zetel van de plantenproducent;
2) (ingetrokken);
3) het PESEL-nummer (persoonlijke identificatienummer) van de aanvrager, indien deze aan hem is toegekend;
4) het registratienummer;
5) datum van inschrijving in het register.
8. Het in lid 6 bedoelde register wordt bijgehouden ten behoeve van de nationale inspectie voor gewasbescherming en zaad.
9. De certificeringsinstantie geeft uiterlijk 21 dagen na ontvangst van deze kennisgeving een bevestiging van het registratienummer in het in lid 6 bedoelde register af aan de plantenproducent die kennis heeft gegeven van het voornemen om geïntegreerde plantaardige productiebeginselen toe te passen.’.
Tevens overeenkomstig artikel 57 van die wet is een certificaat dat op verzoek van een plantenproducent door een certificeringsinstantie wordt afgegeven, een verklaring van het gebruik van geïntegreerde plantaardige productie en houdt de certificeringsinstantie een register bij van certificaten die zijn afgegeven om het gebruik van geïntegreerde plantaardige productie te bevestigen, met het volgende:
– de naam, het adres en de woonplaats of de naam, het adres en de statutaire zetel van de plantenproducent;
– het PESEL-nummer (persoonlijke identificatienummer) van de plantenproducent, indien deze aan hem is toegekend;
– het registratienummer van de plantenproducent in het in artikel 55, lid 6, van de bovengenoemde wet bedoelde register;
– het nummer van het afgegeven certificaat;
– een vermelding van de soorten en rassen van de planten die worden geteeld overeenkomstig de eisen voor de geïntegreerde plantaardige productie waarvoor het certificaat is afgegeven, het teeltareaal en de opbrengstgrootte.
10. Referenties van de basisteksten: Geen basistekst(en) beschikbaar
11. Nee
12.
13. Nee
14. Nee
15. Nee
16.
TBT-aspect: Nee
SPS-aspect: Nee
**********
Europese Commissie
Contactpunt Richtlijn (EU) 2015/1535
email: grow-dir2015-1535-central@ec.europa.eu