Skip to main content
TRIS - European Commission

Vergelijking van de procedures krachtens de TBT-overeenkomst en Richtlijn (UE) 2015/1535

Richtlijn (EU) 2015/1535 (de richtlijn) voorziet in een kennisgevingssysteem waarmee lidstaten en de Commissie genotificeerde ontwerpwetgeving kunnen controleren op compatibiliteit met EU-wetgeving.

De Overeenkomst inzake technische handelsbelemmeringen (de TBT-overeenkomst) is een overeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). In deze overeenkomst wordt voorzien in een kennisgevingsprocedure die alle leden van de WTO, waaronder de EU en haar lidstaten, in staat stelt te beoordelen of technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures in verband met producten geen onnodige belemmeringen vormen voor de internationale handel.

De procedures overeenkomstig de richtlijn en de TBT-overeenkomst gaan uit van hetzelfde beginsel, namelijk het voorkomen van handelsbelemmeringen, en hebben een soortgelijk toepassingsgebied, namelijk technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures. Er bestaan echter enkele verschillen met betrekking tot het toepassingsgebied en de procedure. Deze worden hieronder kort besproken. Wanneer een kennisgeving krachtens Richtlijn (UE) 2015/1535 voldoet aan de voorwaarden krachtens de TBT-overeenkomst, moet kennis worden gegeven van de ontwerpmaatregel overeenkomstig beide instrumenten.

Kennisgevingscriteria

In de richtlijn is bepaald dat, op enkele uitzonderingen na, kennis moet worden gegeven van alle technische voorschriften betreffende producten en alle regels betreffende diensten van de informatiemaatschappij. De richtlijn bevat geen de-minimisregel met betrekking tot de gevolgen van de ontwerpmaatregel voor de handel op de interne markt van de Unie.

De TBT-overeenkomst voorziet in de verplichting om kennis te geven van technische voorschriften of conformiteitsbeoordelingsprocedures indien aan de volgende twee voorwaarden wordt voldaan:

  • er zijn geen toepasselijke internationale normen (voor technische voorschriften) of geen relevante richtsnoeren en aanbevelingen afgegeven door een internationale normalisatie-instelling (voor conformiteitsbeoordelingsprocedures) of het voorgestelde technische voorschrift of de voorgestelde conformiteitsbeoordelingsprocedure is niet in overeenstemming met toepasselijke internationale normen of toepasselijke richtsnoeren en aanbevelingen die zijn afgegeven door een internationale normalisatie-instelling;
  • het technische voorschrift of de conformiteitsbeoordelingsprocedure kan aanzienlijke consequenties hebben voor het handelsverkeer van andere leden (de-minimisregel).

Toepassingsgebied en definities

De richtlijn voorziet in kennisgeving voor ontwerpen van technische voorschriften en conformiteitsbeoordelingsprocedures met betrekking tot producten, evenals met betrekking tot diensten van de informatiemaatschappij. De TBT-overeenkomst voorziet uitsluitend in de kennisgeving van ontwerpregels voor technische voorschriften en de ontwerpen van conformiteitsbeoordelingsprocedures met betrekking tot producten. Het begrip „technisch voorschrift” in de richtlijn is dus breder dan in de TBT-overeenkomst, aangezien het ook regels betreffende diensten van de informatiemaatschappij omvat.

Daarnaast is de TBT-overeenkomst niet van toepassing op sanitaire en fytosanitaire maatregelen, zoals gedefinieerd in bijlage A bij de Overeenkomst inzake sanitaire en fytosanitaire maatregelen (SPS-overeenkomst). De richtlijn is echter ook van toepassing op sanitaire en fytosanitaire maatregelen.

Status-quoperiode

In de richtlijn zijn zeer strikte status-quoperioden vastgesteld tussen de kennisgeving van een ontwerp voor een technisch voorschrift en de vaststelling ervan. De aanvankelijke status-quoperiode van drie maanden kan worden verlengd tot vier of zes maanden indien een lidstaat of de Commissie een uitvoerig gemotiveerde mening indient. De status-quoperiode wordt verlengd tot 12 of 18 maanden indien de Commissie besluit de ontwerpwetgeving te blokkeren ten behoeve van harmonisatiewerkzaamheden op EU-niveau. In de richtlijn wordt geen tussenliggende periode voorgeschreven tussen de vaststelling van een technisch voorschrift en de inwerkingtreding ervan.

In de TBT-overeenkomst wordt niet voorzien in status-quoperioden. De overeenkomst bepaalt slechts dat er een redelijke tijd moet worden gegeven aan de andere leden om opmerkingen in te dienen en dat leden een redelijke tussenliggende periode moeten bepalen tussen de bekendmaking van technische voorschriften of eisen met betrekking tot conformiteitsbeoordelingsprocedures en de inwerkingtreding ervan. Het TBT-comité heeft aanbevolen een minimumperiode van zestig dagen te geven voor opmerkingen en heeft de verlenging van deze periode tot negentig dagen gestimuleerd. De tussenliggende periode tussen de bekendmaking van een tekst en de inwerkingtreding ervan moet zes maanden bedragen.

Reacties

Krachtens de richtlijn mogen lidstaten en de Commissie reageren op de genotificeerde ontwerpen in de vorm van opmerkingen en uitvoerig gemotiveerde meningen. De Commissie mag genotificeerde wetgeving ook blokkeren.

Krachtens de TBT-overeenkomst mogen leden uitsluitend opmerkingen indienen over genotificeerde ontwerpen en om een bespreking van deze opmerkingen verzoeken. Het notificerende lid moet rekening houden met dergelijke opmerkingen en besprekingen.

Urgentie

Zowel in de richtlijn als in de TBT-overeenkomst zijn speciale urgentieprocedures vastgesteld.

Krachtens de richtlijn is de urgente vaststelling van een technisch voorschrift afhankelijk van de eerdere kennisgeving tijdens de ontwerpfase en de goedkeuring door de Commissie.

De TBT-overeenkomst laat de urgente vaststelling van wetgeving toe zonder eerdere kennisgeving tijdens de ontwerpfase. Na de vaststelling moet het desbetreffende lid echter kennis geven van de aangenomen maatregelen en de redenen voor de urgentie toelichten.

Gevolgen van niet-naleving van verplichtingen

In overeenstemming met de jurisprudentie van het Hof van Justitie leidt het niet naleven van de kennisgevingsverplichtingen en het niet respecteren van de in de richtlijn vermelde status-quoperioden ertoe dat het desbetreffende technische voorschrift niet kan worden gehandhaafd.

Het niet naleven van de kennisgevingsverplichting in de TBT-overeenkomst heeft betrekking op de internationale verantwoordelijkheid van het WTO-lid en kan leiden tot een handelsgeschil in het kader van de WTO.