Bericht 001
Mededeling van de Commissie - TRIS/(2024) 2221
Richtlijn (EU) 2015/1535
Kennisgeving: 2024/0459/NL
Kennisgeving van een ontwerptekst van een lidstaat
Notification – Notification – Notifzierung – Нотификация – Oznámení – Notifikation – Γνωστοποίηση – Notificación – Teavitamine – Ilmoitus – Obavijest – Bejelentés – Notifica – Pranešimas – Paziņojums – Notifika – Kennisgeving – Zawiadomienie – Notificação – Notificare – Oznámenie – Obvestilo – Anmälan – Fógra a thabhairt
Does not open the delays - N'ouvre pas de délai - Kein Fristbeginn - Не се предвижда период на прекъсване - Nezahajuje prodlení - Fristerne indledes ikke - Καμμία έναρξη προθεσμίας - No abre el plazo - Viivituste perioodi ei avata - Määräaika ei ala tästä - Ne otvara razdoblje kašnjenja - Nem nyitja meg a késéseket - Non fa decorrere la mora - Atidėjimai nepradedami - Atlikšanas laikposms nesākas - Ma jiftaħx il-perijodi ta’ dewmien - Geen termijnbegin - Nie otwiera opóźnień - Não inicia o prazo - Nu deschide perioadele de stagnare - Nezačína oneskorenia - Ne uvaja zamud - Inleder ingen frist - Ní osclaíonn sé na moilleanna
MSG: 20242221.NL
1. MSG 001 IND 2024 0459 NL NL 23-08-2024 NL NOTIF
2. Netherlands
3A. Ministerie van Financiën
Belastingdienst/Douane centrale dienst voor in- en uitvoer.
3B. Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
4. 2024/0459/NL - S00E - Milieu
5. Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van
nr. IENW/BSK-2024/206245, tot wijziging van de Omgevingsregeling (aanpassing Safeti-NL en Rekenvoorschrift omgevingsveiligheid).
6. Het uitvoeren ven berekeningen om de ruimtelijke gevolgen van bedrijven waar een risico bestaat op zware ongevallen als gevolg van het uitvoeren van werkzaamheden met gevaarlijke stoffen in kaart te brengen.
7.
8. De ontwerpregeling strekt tot aanpassing van twee normen in bijlage II bij de Omgevingsregeling. Het betreft een softwarepakket (Safeti-NL) en een rekenvoorschrift (Rekenvoorschrift Omgevingsveiligheid) die mogelijk technische voorschriften bevatten en waarvan met deze regeling de meest recente versies worden voorgeschreven.
Sinds 2006 is voorgeschreven welk softwarepakket voor het berekenen van de risico's van het werken met gevaarlijke stoffen voor de omgeving moet worden gebruikt. De wijze waarop het softwarepakket moet worden toegepast is voorgeschreven in het Rekenvoorschrift Omgevingsveiligheid. Het softwarepakket en het rekenvoorschrift blijven zich ontwikkelen onder andere door het toepassen van nieuwe wetenschappelijke inzichten. Dit leidt tot nieuwe versies van het softwarepakket en het rekenvoorschrift. De precieze versies die moeten worden gebruikt zijn vastgelegd in bijlage II bij de Omgevingsregeling.
Bedrijven waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen kunnen een risico vormen voor de omgeving in het geval van een zwaar ongeval (explosie, brand, gifwolk). Het betreft onder andere bedrijven aangewezen op grond van Richtlijn 2012/18/EU betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (PbEU L, 2012, 197). In de Nederlandse regelgeving (Besluit Kwaliteit Leefomgeving) is voorgeschreven welke bedrijven een berekening dienen te overleggen om de effecten van een ongeval voor de omgeving in kaart te brengen. Dit kan leiden tot het treffen van maatregelen voor (zeer) kwestbare gebouwen, zoals scholen en ziekenhuizen, die in de omgeving van die bedrijven staan.
Op alle normen in bijlage II bij de omgevingsregeling is wederzijdse erkenning van toepassing. Dit is geregeld in artikel 1.3. (wederzijdse erkenning) van de Omgevingsregeling:
Met een erkenning, kwaliteitsverklaring, certificaat, keuring of norm als bedoeld in deze regeling wordt gelijkgesteld een erkenning, kwaliteitsverklaring, certificaat, keuring of norm, afgegeven, uitgevoerd of goedgekeurd door een daartoe bevoegde onafhankelijke instelling in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een staat die geen lidstaat van de Europese Unie is en partij is bij een verdrag dat Nederland bindt, met een beschermingsniveau dat ten minste gelijkwaardig is aan het niveau dat met de nationale eisen wordt nagestreefd.
9. Uit de Europese Seveso Richtlijn volgt dat bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen en waar zware ongevallen kunnen optreden inzicht moeten geven in de ruimtelijke consequenties van een dergelijk ongeval. Een dergelijk risico kan niet worden gemeten en daarom kan de ruimtelijke impact alleen goed met behulp van softwaremodel worden bepaald. Dit is zeer specialistische software. Begin 2000 is zowel door het bedrijfsleven als de bevoegde gezagen aangedrongen op een meer uniforme wijze van berekening van omgevingseffecten van bedrijven waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen. Hiermee kunnen zowel bestuurlijke als administratieve lasten worden verminderd omdat een transpant en eenduidig referentiekader bestaat. Dit heeft ertoe geleid dat in de Omgevingsregeling (en de vanaf 2006 voor die tijd geldende regelgeving) is vastgelegd dat berekeningen met een specifiek voorgeschreven softwarepakket dienen te worden uitgevoerd (Safeti-NL). Gezien de wens van de bedrijven en bevoegd gezag tot uniformiteit is dit een noodzakelijke regel, is deze eis het meest geschikt en gaat niet verder gaat dan noodzakelijk om het algemeen belang te beschermen en is deze eis het minst beperkend. De wijze waarop het softwarepakket moet worden toegepast, is ook gestandaardiseerd middels het Rekenvoorschrift Omgevingsveiligheid. Deze uniforme berekeningswijze is in het belang van de bescherming van de omgeving van bedrijven waar met gevaarlijke stoffen wordt gewerkt. Met deze voorgeschreven uniforme en transparante berekeningswijze is binnen NL een level playing field ontstaan waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen Nederlandse en buitenlandse bedrijven. Uit het bovenstaande volgt dat de geactualiseerde normen niet-discriminerend zijn.
Omdat Safeti-NL een verbijzondering is van de commerciële versie van Safeti (van Det Norske Veritas) heeft de Nederlandse overheid de licentierechten afgekocht en het recht verkregen sublicenties te verstrekken. Per jaar worden er nu tussen de 160-200 sublicenties verstrekt. Deze zijn in principe voor een ieder te verkrijgen tegen een fee (1000 euro). Dit impliceert dat deze maatregel proprotioneel is, het zelf moeten aanschaffen van een commerciele versie is vele malen duurder. Een ieder kan een sublicentie verkijgen (onder voorwaarde dat een gebruikerscursus wordt gevolgd) en dus ook niet-discriminerend.
10. Nummers of titels van de basisteksten:
11. Nee
12.
13. Nee
14. Nee
15. Nee
16.
TBT-aspect: Nee
SPS-aspect: Nee
**********
Europese Commissie
Contactpunt Richtlijn (EU) 2015/1535
email: grow-dir2015-1535-central@ec.europa.eu