Bericht 002
Mededeling van de Commissie - TRIS/(2019) 01620
Richtlijn (EU) 2015/1535
Vertaling van het bericht 001
Kennisgeving: 2019/0280/EE
No abre el plazo - Nezahajuje odklady - Fristerne indledes ikke - Kein Fristbeginn - Viivituste perioodi ei avata - Καμμία έναρξη προθεσμίας - Does not open the delays - N'ouvre pas de délais - Non fa decorrere la mora - Neietekmē atlikšanu - Atidėjimai nepradedami - Nem nyitja meg a késéseket - Ma’ jiftaħx il-perijodi ta’ dawmien - Geen termijnbegin - Nie otwiera opóźnień - Não inicia o prazo - Neotvorí oneskorenia - Ne uvaja zamud - Määräaika ei ala tästä - Inleder ingen frist - Не се предвижда период на прекъсване - Nu deschide perioadele de stagnare - Nu deschide perioadele de stagnare.
(MSG: 201901620.NL)
1. MSG 002 IND 2019 0280 EE NL 14-06-2019 EE NOTIF
2. EE
3A. Majandus- ja Kommunikatsiooniministeerium, siseturuosakond, toote ohutuse ja tarbijakaitse talitus.
Suur-Ameerika 1, 10122 Tallinn.
el.teavitamine@mkm.ee
3B. Sotsiaalministeerium, rahvatervise osakond.
Suur-Ameerika 1, 10122 Tallinn
triinu.taht@sm.ee
tel: 00 372 6269142
4. 2019/0280/EE - X00M
5. Ontwerpwet tot wijziging van de tabakswet
6. Tabak en tabaksproducten
7. RICHTLIJN 2014/40/EU VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
8. Het ontwerp bevat een voorstel tot wijziging van de Estse tabakswet (hierna „Tabakswet” genoemd) door een nieuwe categorie tabaksproducten in te voeren: „verhitte tabaksproducten”. De Tabakswet wordt aangevuld met regels die betrekking hebben op verhitte tabaksproducten.
Het ontwerp beëindigt de rechtsonzekerheid met betrekking tot verhitte producten op de Estse markt. Het is momenteel mogelijk om verhitte producten in Estland in de handel te brengen als producten om te roken. De hantering van niet voor roken bestemde tabaksproducten is beperkt in Estland (zie § 24 van de Tabakswet). Verhitte tabaksproducten zijn nieuwsoortige tabaksproducten die naar hun aard vallen tussen traditionele voor roken bestemde en klassieke rookloze tabaksproducten en daarom is het passend om verhitte tabaksproducten afzonderlijk te reguleren.
Een verhit tabaksproduct is een nieuwsoortig tabaksproduct dat wordt geconsumeerd zonder een proces waarbij tabak wordt verbrand en door middel van het gebruik van een accessoire om de tabak te verhitten. De categorie verhitte tabaksproducten omvat alleen die tabaksproducten die nieuwsoortige tabaksproducten zijn in de betekenis van de richtlijn inzake tabaksproducten en de Tabakswet.
In het ontwerp wordt bepaald dat een verhit tabaksproduct geen kenmerkende geur of smaak mag hebben en dat de ingrediënten van een verhit tabaksproduct geen geur of smaak mogen bevatten. Het doel van dit amendement is de invoering van gemeenschappelijke voorschriften voor de inhoud van verhitte tabaksproducten, sigaretten, rooktabak voor het rollen van sigaretten en voor elektronische sigaretten.
Op grond van het ontwerp is het gebruik van stickers, net als voor andere tabaksproducten, ook van toepassing op verhitte tabaksproducten.
In het ontwerp wordt een gezondheidswaarschuwing ingesteld voor verhitte tabaksproducten. De formulering van § 131, leden 1 en 2, is gebaseerd op artikel 12, leden 1 en 2, van de richtlijn inzake tabaksproducten. De formulering van § 131, lid 3, punt 1, is gebaseerd op de tweede volzin van artikel 12, lid 2, en artikel 9, lid 4, onder b), van de richtlijn inzake tabaksproducten. De formulering van § 131, lid 3, punten 2 en 3, is gebaseerd op artikel 12, lid 2, onder a) en b), van de richtlijn inzake tabaksproducten.
Op grond van het ontwerp worden soortgelijke beperkingen, in termen van de consumptie van tabaksproducten, toegepast op verhitte tabaksproducten: consumptie door personen jonger dan 18 jaar is verboden, een lijst van locaties waar de consumptie is verboden of beperkt, wordt uitgebreid tot verhitte tabaksproducten.
9. De invoering van de categorie verhitte tabaksproducten is noodzakelijk om een gebrek aan juridische duidelijkheid in de classificatie van dergelijke nieuwsoortige tabaksproducten te voorkomen. Verhitte tabaksproducten zijn tabaksproducten die naar hun aard vallen tussen traditionele voor roken bestemde en klassieke rookloze tabaksproducten, aangezien deze producten worden verwarmd met behulp van een verhittingsaccessoire en niet verbranden of rook produceren. Bij het gebruik ervan wordt echter gas gebruikt, wat een storende geur veroorzaakt en gezondheidsrisico's kan veroorzaken.
In het ontwerp wordt bepaald dat een verhit tabaksproduct geen kenmerkende geur of smaak mag hebben en dat de ingrediënten van een verhit tabaksproduct geen geur of smaak mogen bevatten. Het doel van dit amendement is de invoering van gemeenschappelijke voorschriften voor de inhoud van verhitte tabaksproducten, sigaretten, rooktabak voor het rollen van sigaretten en voor elektronische sigaretten. Op grond van § 8, lid 5, van de Tabakswet mogen sigaretten en rooktabak voor het rollen van sigaretten geen kenmerkende geur of smaak hebben. Een kenmerkende geur of smaak is een duidelijk kenbare smaak of geur anders dan die van tabak, als gevolg van een additief of een combinatie van additieven die merkbaar is voor of tijdens de consumptie van de sigaret of rooktabak. Op grond van § 8, lid 6, van de Tabakswet mogen de ingrediënten van sigaretten en rooktabak voor het rollen van sigaretten, zoals filters, vloei, verpakkingen en capsules, geen geur of smaak bevatten. Het gebruik van een technisch kenmerk waarmee de smaak of geur van het tabaksproduct of de intensiteit van het roken kan worden aangepast, is verboden. Op grond van § 81, lid 2, punt 5, van de Tabakswet mag de vloeistof voor een elektronische sigaret geen geur of smaak bevatten, uitgezonderd die van tabak.
Het ontwerp houdt de beginselen en doelstellingen van de tabaksrichtlijn in stand. Op grond van overweging 8 van de richtlijn inzake tabaksproducten moet voor wetgevingshandelingen worden uitgegaan van een hoog beschermingsniveau voor de volksgezondheid en moet met name rekening worden gehouden met nieuwe op wetenschappelijke feiten gebaseerde gegevens. Tabaksproducten zijn geen gewone producten, en gezien de buitengewoon schadelijke effecten van tabak voor de menselijke gezondheid moet groot belang worden gehecht aan de bescherming van de volksgezondheid, met name om het roken bij jongeren te verminderen. In overweging 15 staat dat de FCTC-richtsnoeren met betrekking tot de reglementering van de inhoud van tabaksproducten en de reglementering van vermeldingen op tabaksproducten met name oproepen tot het uitbannen van ingrediënten die de smaak versterken, de indruk wekken dat tabaksproducten gezondheidsvoordelen bieden, in verband worden gebracht met energie en vitaliteit of kleurende eigenschappen hebben. In overweging 18 staat dat sommige additieven worden gebruikt om de indruk te wekken dat tabaksproducten gezondheidsvoordelen bieden, minder gezondheidsrisico's opleveren of de mentale waakzaamheid of lichamelijke prestaties verbeteren. Die additieven, en additieven die ook als zij niet verbrand worden CMR-kenmerken hebben, moeten worden verboden om te zorgen voor uniforme regels in de gehele Unie en een hoog niveau van bescherming van de volksgezondheid. Ook additieven die de verslavende werking en de toxiciteit verhogen, moeten worden verboden. In overweging 34 staat dat het van belang is dat de ontwikkelingen inzake nieuwsoortige tabaksproducten worden gevolgd. De producenten en importeurs moeten worden verplicht kennis te geven van nieuwsoortige tabaksproducten, onverminderd de bevoegdheid van de lidstaten om die nieuwsoortige producten te verbieden of toe te staan. Het is dus aan de lidstaat om de verkoop van nieuwsoortige tabaksproducten in een bepaalde lidstaat toe te staan, te verbieden of te beperken.
Op grond van artikel 7, leden 1 en 7, van de richtlijn inzake tabaksproducten, verbieden de lidstaten het in de handel brengen van tabaksproducten met een kenmerkend aroma, evenals van tabaksproducten met geur- of smaakstoffen in een van de bestanddelen. Op grond van artikel 7, lid 12, van de richtlijn inzake tabaksproducten zijn andere tabaksproducten dan sigaretten en shagtabak vrijgesteld van het verbod bedoeld in de leden 1 en 7. De Commissie kan gedelegeerde handelingen vaststellen om die vrijstelling voor een bepaalde productcategorie in te trekken. Gezien de beginselen en doelstellingen die zijn vermeld in de overwegingen van de richtlijn inzake tabaksproducten, evenals op basis van de formulering van artikel 7, lid 2, is het onduidelijke of de vrijstelling ook van toepassing is op nieuwsoortige tabaksproducten. Indien deze ook van toepassing zou zijn op nieuwsoortige tabaksproducten, zou dat leiden tot een ongerechtvaardigd onderscheid in de behandeling van verschillende tabaksproducten (tabaksproducten voor roken, evenals rookloze en verhitte tabaksproducten) en aanverwante producten (waaronder elektronische sigaretten).
In aanvulling op het bovenstaande is in overweging 54 en in artikel 24, lid 3, bepaald dat een lidstaat tevens een bepaalde categorie tabaks- of aanverwante producten mag verbieden op gronden die verband houden met de specifieke situatie in deze lidstaat, mits dit gerechtvaardigd wordt door de noodzaak de volksgezondheid te beschermen, rekening houdend met het hoge beschermingsniveau van de volksgezondheid dat bij de richtlijn inzake tabaksproducten tot stand wordt gebracht. Dergelijke nationale voorschriften worden samen met de motivering voor de invoering ervan aan de Commissie ter kennis gebracht. Binnen zes maanden na de datum van ontvangst van de in dit artikel 24, lid 3, van de richtlijn inzake tabaksproducten voorgeschreven kennisgeving keurt de Commissie die nationale voorschriften goed of af, nadat zij, rekening houdend met het hoge niveau van bescherming van de menselijke gezondheid dat de richtlijn inzake tabaksproducten tot stand brengt, is nagegaan of die voorschriften al dan niet gerechtvaardigd, noodzakelijk en evenredig aan hun doel zijn en of zij geen middel tot willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van de handel tussen de lidstaten vormen. Wanneer de Commissie binnen de periode van zes maanden geen besluit neemt, worden de nationale voorschriften geacht te zijn goedgekeurd.
Estland heeft zijn regulering van tabaksproducten en aanverwante producten op de doelstellingen van de richtlijn inzake tabaksproducten gebaseerd, waaronder de doelstelling om een hoog niveau van bescherming van de gezondheid te waarborgen, en geur- en smaakstoffen in sigaretten en rooktabak voor het rollen van sigaretten, evenals in elektronische sigaretten verboden. Dit besluit is genomen met inachtneming van de volgende omstandigheden: 1) tijdens de thermische behandeling worden chemische, voor de gezondheid gevaarlijke stoffen gevormd als gevolg van het desintegratieproces van de geur- en smaakstoffen; 2) de geur- en smaakstoffen kunnen bijdragen aan een nicotineoverdosis; 3) de geur- en smaakstoffen zijn bijzonder aantrekkelijk voor jongeren, verlagen de perceptie van risico's in termen van de gezondheidsrisico's die verbonden zijn aan het product en helpen nieuwe consumenten aan te trekken onder niet-rokers, met name onder jongeren; 4) het gebruik van geur- en smaakstoffen in alternatieve tabaksproducten kan later de consumptie van standaardsigaretten bevorderen en de vermindering van het aantal rokers belemmeren.
Tot nu toe uitgevoerd onderzoek heeft voornamelijk betrekking gehad op geur- en smaakstoffen van elektronische sigaretten en er is zeer weinig onderzoek gedaan naar verhitte producten als gevolg van hun nieuwigheid. Gelet op het feit dat zowel elektronische sigaretten als verhitte producten de verhitting van stoffen en het gebruik van soortgelijke geur- en smaakstoffen inhouden, kan worden aangenomen dat geur- en smaakstoffen in de samenstelling van verhitte producten soortgelijke risico's kunnen vormen als in de samenstelling van elektronische sigaretten. Tenzij het tegendeel wordt bewezen, is het passend om het gebruik van geur- en smaakstoffen in verhitte producten op grond van risicopreventie te verbieden. Het is tevens passend gelet op het beginsel van gelijke behandeling: er zijn geen argumenten om verhitte producten soepeler te behandelen dan elektronische sigaretten, aangezien er geen bewijs is dat ze veiliger zijn voor de gezondheid.
10. Verwijzingen naar basisteksten: Tabakswet
kennisgeving 2016/648/EE van Estland.
De basisteksten zijn al toegestuurd in het kader van een eerdere kennisgeving: 2014/253/EE; 2016/648/EE
11. Nee
12. -
13. Nee
14. Nee
15. Ja
16. TBT-aspect
Nee - Het ontwerp heeft geen grote invloed op de internationale handel.
SPS-aspect
Nee - Het ontwerp is geen sanitaire of fytosanitaire maatregel.
**********
Europese Commissie
Contactpunt Richtlijn (EU) 2015/1535
Fax: +32 229 98043
email: grow-dir2015-1535-central@ec.europa.eu