Bericht 002
Mededeling van de Commissie - TRIS/(2023) 01086
Richtlijn (EU) 2015/1535
Vertaling van het bericht 001
Kennisgeving: 2023/0198/D
No abre el plazo - Nezahajuje odklady - Fristerne indledes ikke - Kein Fristbeginn - Viivituste perioodi ei avata - Καμμία έναρξη προθεσμίας - Does not open the delays - N'ouvre pas de délais - Non fa decorrere la mora - Neietekmē atlikšanu - Atidėjimai nepradedami - Nem nyitja meg a késéseket - Ma’ jiftaħx il-perijodi ta’ dawmien - Geen termijnbegin - Nie otwiera opóźnień - Não inicia o prazo - Neotvorí oneskorenia - Ne uvaja zamud - Määräaika ei ala tästä - Inleder ingen frist - Не се предвижда период на прекъсване - Nu deschide perioadele de stagnare - Nu deschide perioadele de stagnare.
(MSG: 202301086.NL)
1. MSG 002 IND 2023 0198 D NL 18-04-2023 D NOTIF
2. D
3A. Bundesministerium für Wirtschaft und Klimaschutz, Referat E B 3, 11019 Berlin,
Tel.: 0049-30-18615-6392, E-Mail: infonorm@bmwk.bund.de
3B. Bundesministerium für Wirtschaft und Klimaschutz, Referat II C 2, 11019 Berlin
Bundesministerium für Wohnen, Stadtentwicklung und Bauwesen
4. 2023/0198/D - N00E
5. Wet tot wijziging van de wet op de energie voor gebouwen, tot wijziging van de verordening inzake verwarmingskosten en tot wijziging van de schoorsteenveeg- en inspectiecode.
6. Het doel van de aangemelde wet tot wijziging van de wet op de energie voor gebouwen, tot wijziging van de verordening inzake verwarmingskosten en tot wijziging van de schoorsteenveeg- en inspectiecode is bedoeld om de overstap naar verwarming op basis van hernieuwbare energie verplicht te stellen. Vanaf 1 januari 2024 worden alle nieuw geïnstalleerde verwarmingssystemen in nieuwe gebouwen of vervangende verwarmingssystemen in bestaande gebouwen geëxploiteerd met ten minste 65 % hernieuwbare energie. Reeds bestaande verwarmingssystemen worden niet beïnvloed.
Daarnaast is het de bedoeling dat verwarmingsenergie over het algemeen efficiënter wordt gebruikt, waarbij eisen worden vastgesteld voor de operationele tests van warmtepompen, voor verwarmingsinspectie en verwarmingsoptimalisatie en voor hydronische balancering.
7. -
8. Meer dan een derde van het totale energieverbruik in Duitsland wordt gebruikt voor het verwarmen van gebouwen en het leveren van warm water. Duitsland zal zijn afhankelijkheid van fossiele brandstoffen slechts snel kunnen verminderen en de klimaatbeschermingsdoelstellingen kunnen halen door de overgang naar hernieuwbare energiebronnen in de verwarmingssector te versnellen. De huidige wet stelt daarom de overstap naar verwarming op basis van hernieuwbare energie verplicht. Het is van toepassing op nieuw geïnstalleerde verwarmingssystemen; reeds bestaande verwarmingssystemen worden niet beïnvloed.
De wet bevat een aantal uitvoeringsopties, waaruit gebouweigenaren vrij kunnen kiezen. De wet is dus bewust ontworpen om technologieneutraal te zijn. Ook mogelijke opties zijn aansluiting op een verwarmingsnetwerk of installatie van een warmtepomp, evenals de installatie van een biomassaverwarmingssysteem of gasverwarmingssysteem dat wordt bediend met ten minste 65 % biomethaan of waterstof. Aansluiting op een zuiver waterstofnetwerk is ook inbegrepen als een toekomstige optie.
Daarnaast staat de wet nog steeds het gedeeltelijk gebruik van fossiele energie toe in hybride verwarmingssystemen wanneer nieuwe verwarmingssystemen in bestaande gebouwen worden geïnstalleerd. Het is echter ook duidelijk dat uiterlijk in 2045 het gebruik van fossiele brandstoffen dient te worden beëindigd en daarna alle verwarmingssystemen volledig dienen te worden geëxploiteerd met behulp van hernieuwbare energie.
De wijziging van de wet op de energie voor gebouwen bevat ook een aantal eisen voor een grotere energie-efficiëntie in de sector energie voor gebouwen, die bedoeld zijn om een snel effect te hebben en ervoor te zorgen dat verwarmingsenergie efficiënt wordt gebruikt, ongeacht of deze wordt geproduceerd met behulp van fossiele energie of hernieuwbare energiebronnen (met inbegrip van eisen voor de operationele tests van warmtepompen, voor verwarmingsinspectie en verwarmingsoptimalisatie, en voor hydronische balancering).
9. De huidige crisis op de energiemarkten en de scherpe prijsstijgingen voor aardgas en andere fossiele brandstoffen wijzen erop dat de transitie in de verwarmingssector zo snel mogelijk nodig is, niet alleen om klimaatbeleidsredenen maar ook om redenen van sociaal beleid.
Wat het klimaatbeleid betreft, is de doelstelling van de federale regering om de totale uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 65 % te verminderen ten opzichte van 1990. De gebouwensector heeft in 2022 de toegestane emissieniveaus overschreden. In overeenstemming met de federale wet inzake klimaatbescherming is aanvullende actie nodig met betrekking tot emissiereductiemaatregelen. Tegen deze achtergrond wordt een onmiddellijk actieprogramma voor de bouwsector opgesteld om ervoor te zorgen dat de sector zijn doelstellingen in de komende jaren haalt. De voorgestelde wijzigingen van de wet op de energie voor gebouwen zijn bedoeld als onderdeel van het onmiddellijke actieprogramma.
Daarnaast is de verwarmingstransitie zo snel mogelijk nodig om redenen van sociaal beleid. Handhaving van de huidige door fossiele brandstoffen gedomineerde bevoorradingsstructuren zou leiden tot herhaalde prijsstijgingen die moeilijk te voorspellen zijn vanwege de schaarste aan fossiele brandstoffen en hun concentratie in geopolitieke conflictgebieden, wat leidt tot aanzienlijke sociale omwenteling die slechts in beperkte en tijdelijke mate kan worden beperkt door staatssteunmaatregelen.
Een warmtevoorziening op basis van hernieuwbare energie betekent dat deze veel voorspelbaarder, kostenefficiënter en stabieler zal zijn op middellange tot lange termijn. Een beslissende rol zal met name worden gespeeld door het gebruik van hernieuwbare omgevingswarmte die gratis beschikbaar is door middel van warmtepompen en thermische zonne-energie.
De Russische agressieoorlog tegen Oekraïne markeert een keerpunt in de energievoorziening van Duitsland. Door de aanzienlijke afhankelijkheid van aardgas is de verwarmingssector als geen ander getroffen door deze verandering. Energiesoevereiniteit is een kwestie van nationale en Europese veiligheid geworden.
Het versnellen van de verwarmingstransitie, zoals aangemoedigd door deze wet, is daarom niet alleen op korte termijn nodig om klimaatbeleidsredenen. In het licht van de huidige crisis wordt de verwarmingstransitie ook om geopolitieke en economische redenen versneld.
10. Verwijzing naar de basisteksten: https://www.gesetze-im-internet.de/geg/
Wet op de energie voor gebouwen
https://www.gesetze-im-internet.de/heizkostenv/
Verordening inzake verwarmingskosten
https://www.gesetze-im-internet.de/k_o/
Schoorsteenvegen en inspectiecode
http://www.gesetze-im-internet.de/ensimimav/
Verordening inzake maatregelen voor energiezekerheid op middellange termijn
De basisteksten zijn ingediend als onderdeel van een eerdere kennisgeving: 2019/0597/D
11. Ja
12. Om redenen van urgentie is de federale regering verplicht de wet tot wijziging van de wet op de energie voor gebouwen, tot wijziging van de verordening inzake verwarmingskosten en tot wijziging van de schoorsteenvegen- en inspectiecode onverwijld in werking te doen treden.
De huidige situatie kan worden aangemerkt als ernstige omstandigheden in de zin van artikel 6, lid 7, van de richtlijn, omdat de beschikbaarheid van gas beperkt is als gevolg van het huidige tekort en de snelle omschakeling naar hernieuwbare energie in de gehele gebouwensector van essentieel belang is voor de voorzieningszekerheid. Mogelijke gevolgen van de voorzieningsonzekerheid zouden onder meer grootschalige storingen in de verwarmingsvoorziening zijn, met negatieve gevolgen voor de gezondheid en veiligheid van mens en dier. Een dergelijke situatie dient dringend te worden afgewend.
Meer dan een derde van het totale energieverbruik in Duitsland wordt gebruikt voor het verwarmen van gebouwen en het leveren van warm water. Duitsland zal zijn afhankelijkheid van fossiele brandstoffen voor dit enorme energieverbruik alleen snel kunnen verminderen door de overgang naar hernieuwbare energie in de gebouwensector te versnellen.
Door 65 % hernieuwbare energie in een nieuw geïnstalleerd verwarmingssysteem te eisen en de energie-efficiëntie in de gebouwensector te verhogen, zal de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen worden verminderd en dus aanzienlijk bijdragen tot de voorzieningszekerheid. De voorschriften waarin de wetgeving voorziet, zijn daarom dringend nodig. Het aannemen van de wet met voltooiing van de parlementaire procedure vóór de zomervakantie zal de inwerkingtreding op 1 januari 2024 mogelijk maken en zou al resulteren in overeenkomstige besparingen op fossiele hulpbronnen met ingang van het najaar van 2023.
De huidige wetgeving was oorspronkelijk gepland voor 1 januari 2025. Als reactie op de Russische agressieoorlog, die een enorme impact heeft gehad op de gehele energievoorziening in Europa, is een onmiddellijke reactie nodig. Het begin van de Russische agressieoorlog was niet te voorzien. Deze onvoorzienbare, nieuwe situatie in de zin van artikel 6, lid 7, van de richtlijn vereist dat de wetgeving onverwijld in werking treedt om te blijven zorgen voor een crisisbestendige en onafhankelijke energievoorziening in heel Duitsland — naar aanleiding van de reeds genomen maatregelen om de continuïteit van de energievoorziening te waarborgen.
Anders zou de inwerkingtreding aanzienlijk worden uitgesteld tot de zomer van 2024 en konden de noodzakelijke fossiele energiebesparingen voor de komende winter 2023/2024 niet worden bereikt.
Er bestaan ook ernstige omstandigheden in de zin van artikel 6, lid 7, van de richtlijn omdat de klimaatcrisis vordert en de verwezenlijking van klimaatdoelstellingen door middel van substantiële maatregelen dringend noodzakelijk is en de onmiddellijke overgang van de gebouwensector naar hernieuwbare energie daarom essentieel is voor het behoud van planten en de bescherming van de gezondheid van mens en dier.
13. Nee
14. Nee
15. Informatie over de effectbeoordeling is te vinden in de ontwerpwet en in de toelichting, waarnaar wordt verwezen om herhaling te voorkomen.
16. TBT-overeenkomst
Nee - Het ontwerp heeft geen grote invloed op de internationale handel.
SPS-overeenkomst
Nee - Het ontwerp heeft geen grote invloed op de internationale handel.
Nee – het ontwerp is noch een sanitaire noch een fytosanitaire maatregel.
**********
Europese Commissie
Contactpunt Richtlijn (EU) 2015/1535
Fax: +32 229 98043
email: grow-dir2015-1535-central@ec.europa.eu