Bericht 002
Mededeling van de Commissie - TRIS/(2020) 00267
Richtlijn (EU) 2015/1535
Vertaling van het bericht 001
Kennisgeving: 2020/0019/A
No abre el plazo - Nezahajuje odklady - Fristerne indledes ikke - Kein Fristbeginn - Viivituste perioodi ei avata - Καμμία έναρξη προθεσμίας - Does not open the delays - N'ouvre pas de délais - Non fa decorrere la mora - Neietekmē atlikšanu - Atidėjimai nepradedami - Nem nyitja meg a késéseket - Ma’ jiftaħx il-perijodi ta’ dawmien - Geen termijnbegin - Nie otwiera opóźnień - Não inicia o prazo - Neotvorí oneskorenia - Ne uvaja zamud - Määräaika ei ala tästä - Inleder ingen frist - Не се предвижда период на прекъсване - Nu deschide perioadele de stagnare - Nu deschide perioadele de stagnare.
(MSG: 202000267.NL)
1. MSG 002 IND 2020 0019 A NL 16-01-2020 A NOTIF
2. A
3A. Bundesministerium für Digitalisierung und Wirtschaftsstandort
Abteilung III/8
A-1010 Wien, Stubenring 1
Telefon +43-1/71100-805433
Telefax +43-1/71100-8045433
E-Mail: not9834@bmdw.gv.at
3B. Magistrat der Stadt Wien
Magistratsabteilung 20 - Energieplanung
A-1010 Wien, Rathausstraße 14-16
Telefon +43-1/4000-88305
Telefax +43-1/4000-88304
E-Mail: post@ma20.wien.gv.at
4. 2020/0019/A - N00E
5. Verordening van de gemeenteraad van de stad Wenen tot vaststelling van een energieruimteplan voor het 2e district
6. Verwarmingsinstallaties in nieuwbouw
Planning van verwarmingsinstallaties in nieuwbouw
Bouw en planning van pijpleidinggebonden infrastructuur voor warmtetoevoer
7. -
8. Bij de wijziging van de bouwverordening voor Wenen van eind 2018 (deelstaatsblad nr. 69/2018) is met de energieruimteplannen een instrument geïntroduceerd waarmee het gebruik van energiedragers voor de levering van ruimteverwarming en warm water in nieuwe gebouwen op een doelgerichte en duurzame manier kan worden beheerd.
De regeling is een verordening bij de bouwverordening voor Wenen en wordt mede uitgevoerd op basis van de bouwvoorschriften. De regeling wordt per district ingesteld.
In de regeling wordt bepaald dat als er stadsverwarming beschikbaar is, deze of een ander zeer efficiënt alternatief systeem overeenkomstig § 118, lid 3, van de bouwverordening voor Wenen moet worden toegepast. Hierdoor is in nieuwbouw in deze gebieden aardgas in ieder geval niet langer toegestaan voor verwarming van ruimten en warm water.
9. Het Europees Parlement heeft op 4 oktober 2016 voor de EU-ratificatie van het VN-klimaatakkoord gestemd, nadat de Raad van Ministers op 30 september 2016 zijn goedkeuring had verleend. Dankzij de EU-ratificatie kon op 4 november 2016 de eerste algemene, juridisch bindende wereldwijde klimaatovereenkomst in werking treden.
Het doel om de wereldwijde opwarming van de aarde op de lange termijn te beperken tot beduidend minder dan twee graden Celsius houdt in dat het hele energiesysteem koolstofarm wordt en dat de fossiele brandstoffen steenkool, olie en aardgas tegen 2050 volledig moeten zijn teruggedrongen.
Koolstofarm worden van de markt voor ruimteverwarming
Dit vormt ook een grote uitdaging voor de ruimteverwarming, die nog steeds sterk afhankelijk is van fossiele verwarmingsinstallaties. In nieuwbouw worden nog altijd aanzienlijke hoeveelheden aardgasverwarming gebruikt. In de toekomst zal in Oostenrijk olieverwarming bij federale wet worden verboden.
De markt voor ruimteverwarming is een zeer trage markt, verwarmingsketels hebben een gemiddelde levensduur van 25 jaar, veel gasketels en verwarmingen zijn al 30 jaar of langer in bedrijf. Een verandering van energiedragers is in deze markt daarom slechts zeer langzaam mogelijk. Een consequente omschakeling vereist verschillende stappen, te beginnen met concrete voorschriften voor nieuwbouw.
In tegenstelling tot andere sectoren zoals vrachtvervoer en industrie, bestaat er op de markt voor ruimteverwarming al een reeks technisch en economisch ontwikkelde alternatieven voor fossiele brandstoffen. Het subsidiebeleid in Wenen heeft de afgelopen jaren al zeer succesvol het gebruik van verwarmingssystemen op basis van hernieuwbare energiedragers en stadsverwarming opgedreven. Het merendeel van alle nieuwe gebouwen wordt bijvoorbeeld al verwarmd met efficiënte warmtepompen, stadsverwarming uit zeer efficiënte WKK, uit afvalverbranding en afvalwarmte, en ook uit biomassa. Uit de statistieken blijkt bijvoorbeeld dat het aandeel van deze zeer efficiënte verwarmingssystemen in de huishoudens en servicegebouwen in Wenen nu al hoger is dan 5 %.
Technisch-economische alternatieven voor verwarming op aardgas in nieuwbouw
Regelgeving zoals de energieruimteplannen die nu worden vastgesteld, vereisen technisch-economische alternatieven voor fossiele verwarmingsinstallaties (gasverwarmingen) om in overeenstemming te zijn met de EU-richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen. Een begeleidend advies in opdracht van de stad Wenen toont de economische levensvatbaarheid aan van duurzame oplossingen op basis van warmtepompen die in het gehele gebied van de stad kunnen worden toegepast. Hiermee zijn de vereisten gegeven voor het beperken van fossiele gasverwarming in nieuwe gebouwen overeenkomstig de EU-richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen en de nationale omzetting daarvan in Oostenrijk.
Als, zoals hierboven beschreven, rekening wordt gehouden met de economische situatie van zeer efficiënte alternatieve warmtevoorzieningen in nieuwbouw, kan een onbeperkt algemeen belang bij het uitsluiten van het gebruik van fossiele brandstoffen voor verwarmings- en waterverwarmingsinstallaties overal worden vastgesteld waar het gebruik van ten minste twee zeer efficiënte alternatieve systemen in overeenstemming met de EU-richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen mogelijk is. Dit is in de gebieden die in de energieruimteplannen worden geïdentificeerd het geval.
Hiermee moet de verwezenlijking worden ondersteund van de klimaat- en energiedoelstellingen, met name met betrekking tot het koolstofarm maken van de energievoorziening in nieuwbouw. Bovendien wordt er - ook vanwege de kosten - een begin gemaakt met de zinvolle ontvlechting van de pijpleidinggebonden infrastructuur (stadsverwarming en gas) en zodoende de planningszekerheid voor investeerders gewaarborgd.
Nationale verantwoordelijkheid
In tegenstelling tot de sectoren die onder de EU-emissiehandel vallen en die op EU-niveau zijn gereguleerd, zijn de lidstaten in de sectoren die onder de lastenverdelingsregels vallen verantwoordelijk voor nationale strategieën en maatregelen om de emissies te beperken.
Aangezien de CO2-emissies van gebouwen met fossiele brandstoffen waarop de verordening van energieruimteplannen betrekking heeft, onder het regime van de niet-emissiehandelsector vallen, draagt deze maatregel bij aan de vermindering van de CO2-emissies in het Oostenrijkse verantwoordelijkheidsgebied.
Samenvatting:
De klimaatbeschermingsovereenkomst vereist een uitstap uit fossiele brandstoffen tegen 2050. Een dergelijke uitstap kan momenteel in veel sectoren slechts moeilijk en tegen hoge kosten worden gerealiseerd vanwege het gebrek aan hernieuwbare alternatieven. De vervanging van diesel in het vrachtverkeer en ook de vervanging van gas in de industrie kunnen bijvoorbeeld alleen op de lange termijn worden uitgevoerd. Een uitstap uit fossiele brandstoffen voor ruimteverwarming is daarentegen technologisch begrijpelijk en in vergelijking economisch haalbaar, vooral omdat er, in tegenstelling tot andere klimaatrelevante gebieden, juist hier een aantal hernieuwbare alternatieven bestaat.
Gezien de lange levensduur van ketelinstallaties en de enorme urgentie van de klimaatbeschermingsovereenkomst is er geen alternatief voor de alternatieve maatregelen om de toepassing van fossiele verwarmingsinstallaties in nieuwbouw - overeenkomstig het aanbod van zeer efficiënte alternatieve systemen – te beperken. De vervanging of aanpassing van bestaande installaties van dit type valt op dit moment nog niet onder de energieruimteplannen.
De huidige verordening zal op dezelfde manier per district worden uitgebreid tot het gehele stadsgebied.
10. Verwijzingen naar basisteksten: § 2b van de bouwverordening voor Wenen, staatsblad van de deelstaat Wenen nr. 11/1930, laatstelijk gewijzigd bij wet nr. 71/2018 uit ditzelfde staatsblad
De basisteksten zijn al toegestuurd in het kader van een eerdere kennisgeving: 2020/17/A
11. Nee
12. -
13. Nee
14. Nee
15. De effectbeoordeling is te vinden in hoofdstuk 2.3 van het voorbeeldrapport.
16. TBT-aspect
Nee - Het ontwerp heeft geen grote invloed op de internationale handel.
SPS-aspect
Nee - Het ontwerp is geen sanitaire of fytosanitaire maatregel.
**********
Europese Commissie
Contactpunt Richtlijn (EU) 2015/1535
Fax: +32 229 98043
email: grow-dir2015-1535-central@ec.europa.eu