Bericht 001
Mededeling van de Commissie - TRIS/(2024) 1526
Richtlijn (EU) 2015/1535
Kennisgeving: 2024/0313/EE
Kennisgeving van een ontwerptekst van een lidstaat
Notification – Notification – Notifzierung – Нотификация – Oznámení – Notifikation – Γνωστοποίηση – Notificación – Teavitamine – Ilmoitus – Obavijest – Bejelentés – Notifica – Pranešimas – Paziņojums – Notifika – Kennisgeving – Zawiadomienie – Notificação – Notificare – Oznámenie – Obvestilo – Anmälan – Fógra a thabhairt
Does not open the delays - N'ouvre pas de délai - Kein Fristbeginn - Не се предвижда период на прекъсване - Nezahajuje prodlení - Fristerne indledes ikke - Καμμία έναρξη προθεσμίας - No abre el plazo - Viivituste perioodi ei avata - Määräaika ei ala tästä - Ne otvara razdoblje kašnjenja - Nem nyitja meg a késéseket - Non fa decorrere la mora - Atidėjimai nepradedami - Atlikšanas laikposms nesākas - Ma jiftaħx il-perijodi ta’ dewmien - Geen termijnbegin - Nie otwiera opóźnień - Não inicia o prazo - Nu deschide perioadele de stagnare - Nezačína oneskorenia - Ne uvaja zamud - Inleder ingen frist - Ní osclaíonn sé na moilleanna
MSG: 20241526.NL
1. MSG 001 IND 2024 0313 EE NL 12-06-2024 EE NOTIF
2. Estonia
3A. Majandus- ja Kommunikatsiooniministeerium, aadress Suur-Ameerika 1, 10122 Tallinn
Ettevõtluse osakond,
el.teavitamine@mkm.ee
3B. Rahandusministeerium, aadress Suur-Ameerika 1, 10122 Tallinn
4. 2024/0313/EE - T40T - Stads- en wegvervoer
5. Estse motorrijtuigenbelasting en registratiebelasting
6. Voertuigen van de categorieën M en N met een onbeladen massa van niet meer dan 3500 kg of L3e, L4e, L5e, L6e, L7e, MS2, T1b, T3 en/of T5.
7.
8. Tarieven van de motorrijtuigenbelasting:
1. Motorrijtuigenbelasting voor lichte voertuigen
De motorrijtuigenbelasting bedraagt 30 EUR tot 90 EUR voor motorvoertuigen van de categorieën L3e, L4e, L5e, L6e en L7e, motorvoertuigen van categorie MS2 met een onbeladen massa van ten hoogste 1000 kg, motorvoertuigen van categorie T3 en motorvoertuigen van de categorieën T1b en T5 met een onbeladen massa van ten hoogste 1000 kg, waarvoor ten hoogste tien jaar is verstreken vanaf de datum van eerste registratie tot de datum van het begin van het belastingtijdvak.
De motorrijtuigenbelasting bedraagt 30 EUR tot 75 EUR voor motorvoertuigen van de categorieën L3e, L4e, L5e, L6e en L7e, motorvoertuigen van categorie MS2 met een onbeladen massa van ten hoogste 1000 kg, motorvoertuigen van categorie T3 en motorvoertuigen van de categorieën T1b en T5 met een onbeladen massa van niet meer dan 1000 kg, waarvoor meer dan tien jaar maar niet langer dan 20 jaar zijn verstreken vanaf de datum van eerste registratie tot de datum van het begin van het belastingtijdvak.
2. Motorrijtuigenbelasting voor personenauto’s
Jaarlijkse vergoeding voor M1 en M1G als de som van 3 componenten:
Het basisbedrag 50 EUR
De CO2-component – van 118 tot 150 g/km = EUR 3/g; 151-200 = EUR 3,5/g; 201+ = EUR 4/g
De maximummassa begint bij 2000 kg voor conventionele auto’s, van 2200 kg voor plug-in hybriden en van 2400 kg voor elektrische auto’s, en varieert van 0.40/kg tot 400 EUR en tot 440 EUR voor elektrische auto’s.
Indien er geen CO2-indicator is, wordt de vergoeding berekend door de drie componenten bij elkaar op te tellen:
Het basisbedrag 50 EUR
De massacomponent
De specifieke CO2-emissiecomponent bepaald op basis van de WLTP-referentiewaarde
In het geval van volledig elektrische voertuigen: basisbedrag + massacomponent
De leeftijdsratio vermindert de belastingschuld voor alle auto’s
Verlaagt de belasting voor de leeftijd van 5 tot 15 jaar (CO2- en massacomponenten dalen tot 10 % van het oorspronkelijke bedrag).
Vanaf 20 jaar blijft alleen het basisbedrag bestaan.
De ratio verlaagt het basisbedrag niet
3. Motorrijtuigenbelasting voor bestelwagens
De massa van de bestelwagen wordt niet afzonderlijk in aanmerking genomen, het is een goede correlatie met de CO2-indicator.
De jaarlijkse vergoeding is het resultaat van de samenvoeging van de twee componenten.
Het basisbedrag 50 EUR
De Co2-component: 205-250 = 3 EUR, 251-300 = 3,5 EUR, en 301 + = 4 EUR
Bij gebrek aan CO2 wordt voor de berekening een aparte formule gebruikt.
Het basisbedrag 50 EUR
De specifieke CO2-emissiecomponent bepaald op basis van de WLTP-referentiewaarde
De jaarlijkse vergoeding voor volledig elektrische bestelwagens = 30 EUR
De leeftijdsratio vermindert de belastingschuld op dezelfde wijze als personenauto’s
4. Inschrijvingsgeld voor personenauto’s
De vergoeding voor M1- en M1G-personenauto’s bestaat uit drie onderdelen:
Het basisbedrag van 150 EUR (in plaats van 300)
De op CO2 gebaseerde component (5-50 EUR)
De maximummassa begint bij 2000 kg voor conventionele auto’s, van 2200 kg voor plug-in hybriden en van 2,400 kg voor elektrische auto’s, en is halverwege lager, d.w.z. EUR 2/kg tot EUR 2000 en tot 2200 EUR voor elektrische auto’s.
De CO2 wordt bepaald met behulp van de WLTP-methode. Bij voertuigen waarvoor de NEDC-methode wordt gebruikt voor de berekening, wordt de CO2-indicator vermenigvuldigd met 1.21.
Bij gebrek aan een CO2-indicator wordt de vergoeding berekend op basis van de drie componenten:
Het basisbedrag 150 EUR
De massacomponent
De specifieke CO2-emissiecomponent die is gebaseerd op de WLTP-referentiewaarde (rekening houdend met vermogen, ledige massa, brandstof en leeftijd).
De vergoeding voor een volledig elektrisch voertuig = basisbedrag + massacomponent
5. Inschrijvingsgeld voor bestelwagens
De massa wordt niet afzonderlijk in bestelwagens geteld, het correleert zeer goed met de CO2-indicator.
De vergoeding voor N1 en N1G bestaat uit twee componenten:
Het basisbedrag van 300 EUR (in plaats van 500)
De op CO2 gebaseerde component (2-40 EUR)
De CO2 wordt bepaald met behulp van de WLTP-methode. In het geval van een auto met de CO2-indicator berekend aan de hand van de NEDC-methode, wordt de CO2-indicator vermenigvuldigd met 1.3.
Indien er in het register geen CO2-indicator is, wordt de vergoeding berekend op basis van de twee componenten:
Het basisbedrag 300 EUR
De specifieke CO2-emissiecomponent bepaald op basis van de WLTP-referentiewaarde
De vergoeding voor een volledig elektrische bestelwagen = het basisbedrag van EUR 200
Voor bestelwagens met een specifiek vermogen van meer dan 0,20 kilowatt per kilogram volgens LR is de registratievergoeding het M1-categorietarief = de zogenaamde “fout-bestelwagens”.
9. De ontwerp-wet motorrijtuigenbelasting introduceert een nieuwe belasting in Estland: de motorrijtuigenbelasting, die jaarlijks wordt betaald op de in het motorregister ingeschreven voertuigen. In de tweede plaats wordt een motorrijtuigenregistratiebelasting geheven wanneer motorvoertuigen van de categorieën M of N voor het eerst in Estland worden geregistreerd of bij de eerste eigendomsoverdracht.
Estland heeft in dagelijks gebruik bijna de oudste en meest vervuilende autovloot in de Europese Unie. Estland heeft ook een hoger dan gemiddeld aantal voertuigen per persoon. De Europese wetgeving stelt voor Estland een verplichte doelstelling vast om de totale uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met 24 % te verminderen ten opzichte van het niveau van 2005 (voorheen 13 %). Deze omstandigheden hebben Estland in een situatie gebracht waarin meer aandacht moet worden besteed aan vervuiling, d.w.z. overmatige uitstoot van kooldioxide. De toepassing van de belasting is een zeer doeltreffende maatregel die van invloed is op het consumentengedrag, en de Estse motorrijtuigenbelasting die op grond van deze ontwerpwet gepland is, zal dienovereenkomstig worden gemodelleerd.
De motorrijtuigenbelasting en de registratiebelasting worden niet geheven op de volgende voertuigen:
1) gemotoriseerde voertuigen die in het verkeersregister als noodhulpvoertuigen zijn ingeschreven;
2) motorvoertuigen die behoren tot diplomatieke missies en consulaire posten van buitenlandse staten, speciale missies, vertegenwoordigingen of hoofdkantoren van internationale organisaties die door het Ministerie van Buitenlandse Zaken zijn erkend, instellingen van de Europese Unie of agentschappen of autoriteiten die op grond van het recht van de Europese Unie zijn opgericht, diplomatieke vertegenwoordigers en consulaire functionarissen van buitenlandse staten die zijn geaccrediteerd in Estland, met uitzondering van honoraire consuls, vertegenwoordigers van speciale missies en internationale organisaties, alsmede motorvoertuigen die behoren tot het administratieve personeel van diplomatieke missies, consulaire posten of speciale missies;
3) gemotoriseerde voertuigen die specifiek zijn omgebouwd voor het vervoer van personen met een handicap of voor gebruik door gehandicapte personen.
Bij de vaststelling van de motorrijtuigenbelasting en de registratiebelasting is rekening gehouden met de volgende beginselen:
solvabiliteit — een belangrijk beginsel van belastingheffing is het vermogen om te betalen, d.w.z. dat de verdeling van de belastingdruk eerlijk moet zijn; de motorrijtuigenbelasting mag ook niet te regressief zijn, zodat eigenaren van goedkopere (oudere) voertuigen aanzienlijk meer belasting over hun inkomen betalen dan eigenaren van een duurder voertuig;
geautomatiseerd — de belastingberekening is gebaseerd op gegevens uit het verkeersregister en op het TCB- en TRAM-belastingheffingsplatform;
niet-manipuleerbaar — niet afhankelijk van de status of woonplaats van de eigenaar;
eenvoud — belastingplicht met zo weinig mogelijk onderscheid en berekend op basis van een begrijpelijke formule;
brede basis — alle voertuigen worden belast, ook die met een elektromotor;
lage administratieve last — de belasting wordt betaald in het kader van het nakomen van andere verplichtingen;
moeilijk te ontduiken — de betaling ervan op de juiste vervaldatum wordt bijvoorbeeld gecontroleerd tijdens routinematige voertuiginspecties;
openbaar — het bedrag van de motorrijtuigenbelasting op belastingplichtige voertuigen is vermeld in het verkeersregister bij de gegevens van het motorvoertuig;
vermindering van vervuiling — de motorrijtuigenbelasting is zo ontworpen dat het impact heeft op het autobezit;
vermindering van het aantal auto’s — de motorrijtuigenbelasting beïnvloedt het aantal in Estland gebruikte voertuigen en vertraagt de groei van het totale aantal voertuigen;
organiseert het register – vermijdt de registratie van een voertuig in de verkeerde categorie met het oog op belastingvermindering, motiveert het voertuig om niet als afval te blijven, d.w.z. dat de belastingschuld van het voertuig pas wordt opgeschort wanneer het voertuig uiteindelijk uit het verkeersregister wordt verwijderd, d.w.z. wanneer het voertuig is afgeschreven.
De Commissie heeft opmerkingen gemaakt over de omzetting van Richtlijn 182/83 in haar eerste antwoorden op de mededelingen van Estland van 2 februari 2024 over zijn voornemen om motorrijtuigenbelasting en registratiebelasting in te voeren. Met het ontwerp zetten wij de richtlijn om en maken wij de volgende opmerkingen:
1. Wij hebben het toepassingsgebied van Richtlijn 83/182/EEG van de Raad geanalyseerd en zijn tot de conclusie gekomen dat deze niet van toepassing is op motorrijtuigenbelasting en dat omzetting derhalve niet nodig is. De richtlijn voorziet in de toepassing van vrijstellingen van de belasting over de toegevoegde waarde, de accijns en elke andere verbruiksbelasting, maar de Estse motorrijtuigenbelasting is een kapitaalrecht. Volgens de ESR2010-methode worden vennootschapsbelasting, personenbelasting op kapitaalinkomsten, kansspelbelasting, reclamebelasting, grondbelasting, belasting op zware vrachtvoertuigen, staatsbelasting op activiteitenvergunningen en vergunningen, bijzondere waterbelasting, wegen- en straatsluitingsbelasting, andere belastingen en heffingen en motorrijtuigenbelasting als kapitaalrecht beschouwd.
2. Bij de regulering van inschrijvingsgelden zetten we de richtlijn ook om door middel van een vrijstelling voor studenten uit andere lidstaten die in Estland studeren. Naar onze mening is het niet nodig om de belastingvrijstelling waarin de richtlijn voorziet specifiek in te voeren voor werknemers uit andere lidstaten, aangezien het volgens de huidige Wegenverkeerswet in Estland in geen geval nodig is een voertuig te registreren dat hier gedurende minder dan een jaar achterblijft. Een werknemer die tussen zijn woonplaats en zijn werkplek reist, is dus niet verplicht zijn voertuig te registreren en is niet belastingplichtig. De registratievergoeding is alleen verschuldigd wanneer het voertuig in Estland is ingeschreven.
Het document “Overige” bevat een meer gedetailleerde lijst van wijzigingsvoorstellen en bijbehorende wijzigingsvoorstellen die voortvloeien uit de feedback van de Europese Commissie, alsook een economische analyse.
10. Verwijzingen naar gerelateerde wetgeving: De genoemde wetsteksten zijn bij een eerdere kennisgeving toegezonden:
2024/0060/EE
2024/0061/EE
11. Nee
12.
13. Nee
14. Ja
15. Ja
16.
TBT-aspect: Nee
SPS-aspect: Nee
**********
Europese Commissie
Contactpunt Richtlijn (EU) 2015/1535
email: grow-dir2015-1535-central@ec.europa.eu