Details van kennisgeving | TRIS - European Commission

Beleidsregel van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van …., nr. WJZ/, tot wijziging van de Beleidsregel diertransport bij hoge temperaturen

Kennisgevingsnumme:

2025/0111/NL (Netherlands)

Datum van ontvangst:

25/02/2025

Einde van de status-quoperiode:

26/05/2025

Het indienen van opmerkingen door:

Spain

Ontwerptekst:

NL BG HR CS DA EN ET FI FR GA DE EL HU IT LV LT MT PL PT RO SK SL ES SV

Klik hier voor een afdrukbare versie van deze pagina

Message

Bericht 001

Mededeling van de Commissie - TRIS/(2025) 0541

Richtlijn (EU) 2015/1535

Kennisgeving: 2025/0111/NL

Kennisgeving van een ontwerptekst van een lidstaat

Notification – Notification – Notifzierung – Нотификация – Oznámení – Notifikation – Γνωστοποίηση – Notificación – Teavitamine – Ilmoitus – Obavijest – Bejelentés – Notifica – Pranešimas – Paziņojums – Notifika – Kennisgeving – Zawiadomienie – Notificação – Notificare – Oznámenie – Obvestilo – Anmälan – Fógra a thabhairt

Does not open the delays - N'ouvre pas de délai - Kein Fristbeginn - Не се предвижда период на прекъсване - Nezahajuje prodlení - Fristerne indledes ikke - Καμμία έναρξη προθεσμίας - No abre el plazo - Viivituste perioodi ei avata - Määräaika ei ala tästä - Ne otvara razdoblje kašnjenja - Nem nyitja meg a késéseket - Non fa decorrere la mora - Atidėjimai nepradedami - Atlikšanas laikposms nesākas - Ma jiftaħx il-perijodi ta’ dewmien - Geen termijnbegin - Nie otwiera opóźnień - Não inicia o prazo - Nu deschide perioadele de stagnare - Nezačína oneskorenia - Ne uvaja zamud - Inleder ingen frist - Ní osclaíonn sé na moilleanna

MSG: 20250541.NL

1. MSG 001 IND 2025 0111 NL NL 25-02-2025 NL NOTIF

2. Netherlands

3A. Ministerie van Financien, Dienst Douane Noord, CDIU.
(cdiu.notificaties@belastingdienst.nl 050 5232135)

3B. Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, directie Wetgeving en Juridische Zaken.

4. 2025/0111/NL - C90A - Welzijn van dieren en huisdieren

5. Beleidsregel van de Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur van …., nr. WJZ/, tot wijziging van de Beleidsregel diertransport bij hoge temperaturen

6. Deze beleidsregel heeft betrekking op het vervoer van levende gewervelde dieren binnen het bereik van Verordening 1/2005.

7.

8. De wijziging van de Beleidsregel diertransport bij hoge temperaturen bevat mogelijk technische voorschriften (zie artikel I van de wijzigingsregeling).

Met deze beleidsregel wordt voor de situatie van vervoer bij hoge omgevingstemperaturen nader invulling gegeven aan het verbod op het vervoeren of laten vervoeren van dieren op zodanige wijze dat het de dieren waarschijnlijk letsel of onnodig lijden berokkent uit artikel 3 van Verordening (EG) 1/2005 van de Raad van 22 december 2004 inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer en daarmee samenhangende activiteiten en tot wijziging van de Richtlijnen 64/432/EEG en 93/119/EG en van Verordening (EG) nr. 1255/97 (PbEU 2005, L 3).

De huidige beleidsregel (indertijd genotificeerd onder notificatienummer 2020/0129/NL) gaat uit van een temperatuurgrens van 35 graden Celsius. Met de voorliggende wijziging wordt die temperatuurgrens verlaagd naar 30 graden Celsius, omdat nieuwe wetenschappelijke inzichten er op wijzen dat dieren boven deze buitentemperatuur een groot risico lopen om hittestress te ervaren. De beleidsregel is van toepassing op alle transporten in Nederland, ook wanneer zij afkomstig zijn uit een ander land of onderweg zijn naar een ander land. Het voorgaande is niet van toepassing op een vervoermiddel dat is uitgerust met een actief koelingssysteem. Voor het transport van siervissen, reptielen, consumptievissen, krabben en kreeften blijft de buitentemperatuurgrens 35 graden Celsius omdat het niet aannemelijk is dat zij een verhoogde kans op het ervaren van hittestress hebben bij vervoer boven de 30 graden Celsius.

Omdat de beleidsregel een uitleg van artikel 3 van de Transportverordening bevat (zie nader onder 9) is er geen clausule van wederzijdse erkenning opgenomen. Het opnemen van een clausule van wederzijdse erkenning heeft in dit geval geen toegevoegde waarde en is daarmee niet noodzakelijk.

9. Dit technisch voorschrift betreft uitsluitend een concretisering van hetgeen reeds geldt op grond van artikel 3 van verordening 1/2005. De ontwerpregeling gaat derhalve niet verder dan nodig is om - in het belang van het welzijn van de vervoerde dieren - een goede uitvoering van deze bepaling bij hoge buitentemperaturen te bevorderen. De ontwerpregeling doet dit door zowel transporteurs als de nationale handhavingsautoriteit de in de praktijk noodzakelijk gebleken duidelijkheid te bieden over een deelaspect van de reikwijdte van voornoemde bepaling in verordening 1/2005. Er bestaat na inwerkingtreding van deze beleidsregel niet meer of minder ruimte voor het transporteren van dieren bij hoge temperaturen dan thans reeds geboden wordt door verordening 1/2005. Gelet op het voorgaande moet de ontwerpregeling een noodzakelijke en proportionele maatregel worden geacht met het oog op het belang van dierenwelzijn. De grens van 30 graden Celsius is daarbij hetzelfde als de temperatuurgrens die al wordt gehanteerd voor lange afstandstransporten n.a.v. een oproep van de Europese Commissie uit 2019 (20 juni 2019, kenmerk 10451/19) daartoe aan lidstaten, om geen lange transporten meer toe te staan wanneer onderweg een buitentemperatuur van 30 graden Celsius of hoger wordt verwacht.

De ontwerpregeling heeft geen discriminatoire effecten. Deze is namelijk van toepassing op alle diertransporten in Nederland, zonder onderscheid te maken naar lidstaat van herkomst van de transporteur.

10. Nummers of titels van de basisteksten: De basisteksten zijn met een eerdere kennisgeving meegestuurd:
2020/0129/NL

11. Nee

12.

13. Nee

14. Nee

15. Nee

16.
TBT-aspect: Nee

SPS-aspect: Nee

**********
Europese Commissie
Contactpunt Richtlijn (EU) 2015/1535
email: grow-dir2015-1535-central@ec.europa.eu

Disclosed messages

message-id	Jaar	Nummer	Land	Type	Title	Datum van ontvangst	Is answer to

Talen

Bijdragen van belanghebbenden

Op de website van TRIS kunt u of kan uw organisatie eenvoudig uw mening geven over om het even welke kennisgeving.

Vanwege de status van de kennisgeving of het einde van de status-quoperiode, aanvaarden wij op dit moment geen verdere bijdragen voor deze kennisgeving via de website.

We vragen om een standstill van 12 maanden voor invoering van het verbod omdat op Europees niveau wordt gewerkt aan herziening van regelgeving waarin expliciet
de reistijden en -condities bij extreme temperaturen is opgenomen. Daarmee wordt veetransport bij extreme temperaturen al geregeld.
Door de wijziging van de beleidsregel ontstaat een ongelijk speelveld tussen de verschillende lidstaten. In Nederland wordt veetransport bij 30°C immers verboden,
terwijl dat binnen de meeste andere lidstaten mogelijk blijft. Naast een ongelijk speelveld veroorzaakt dit onduidelijkheid.
De beleidsregel is van toepassing op alle transporten in Nederland, ook wanneer zij afkomstig zijn uit een ander land of onderweg zijn naar een ander land. Daarmee
raakt de beleidsregel ook aan het vrije verkeer van goederen in de gemeenschappelijke markt.
Uit de impactanalyses van sectorpartijen blijkt dat het verbieden van veetransport bij 30°C grote negatieve gevolgen heeft voor de gehele dierlijke keten in Nederland.
In de zomerperiode zal het transport van dieren gedurende meerdere dagen niet kunnen plaatsvinden.
Vanaf 2015 werken betrokken brancheorganisaties gericht en succesvol aan het zoveel mogelijk voorkomen van hittestress bij landbouwhuisdieren tijdens transport.
De sectorpartijen hebben voor de zomer van 2016 eigen hitteprotocollen opgesteld, waarbij de sector vanaf een verwachte temperatuur van 27°C preventieve maatregelen
neemt tegen hittestress bij landbouwhuisdieren. Deze gezamenlijke aanpak heeft in de gehele keten geleid tot een grote bewustwording met betrekking tot de omgang met
dieren onder zomerse omstandigheden. Het aantal incidenten tijdens het vervoer van dieren is met deze gezamenlijke aanpak tot een minimum beperkt. In dit licht is er geen
aanleiding noch noodzaak om de Beleidsregel aan te scherpen.
Gezien de langjarige samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven is het eenzijdig wijzigen van de Beleidsregel niet het meest geschikte middel om het welzijn van de dieren
tijdens transport te verbeteren. Het ligt meer voor de hand om de door de sector uitgestoken hand, om in protocollen gemaakte afspraken uit te bouwen, aan te nemen.

We vragen om een standstill van 12 maanden voor invoering van het verbod omdat op Europees niveau wordt gewerkt aan herziening van regelgeving waarin expliciet
de reistijden en -condities bij extreme temperaturen is opgenomen. Daarmee wordt veetransport bij extreme temperaturen al geregeld.
Door de wijziging van de beleidsregel ontstaat een ongelijk speelveld tussen de verschillende lidstaten. In Nederland wordt veetransport bij 30°C immers verboden,
terwijl dat binnen de meeste andere lidstaten mogelijk blijft. Naast een ongelijk speelveld veroorzaakt dit onduidelijkheid.
De beleidsregel is van toepassing op alle transporten in Nederland, ook wanneer zij afkomstig zijn uit een ander land of onderweg zijn naar een ander land. Daarmee
raakt de beleidsregel ook aan het vrije verkeer van goederen in de gemeenschappelijke markt.
Uit de impactanalyses van sectorpartijen blijkt dat het verbieden van veetransport bij 30°C grote negatieve gevolgen heeft voor de gehele dierlijke keten in Nederland.
In de zomerperiode zal het transport van dieren gedurende meerdere dagen niet kunnen plaatsvinden.
Vanaf 2015 werken betrokken brancheorganisaties gericht en succesvol aan het zoveel mogelijk voorkomen van hittestress bij landbouwhuisdieren tijdens transport.
De sectorpartijen hebben voor de zomer van 2016 eigen hitteprotocollen opgesteld, waarbij de sector vanaf een verwachte temperatuur van 27°C preventieve maatregelen
neemt tegen hittestress bij landbouwhuisdieren. Deze gezamenlijke aanpak heeft in de gehele keten geleid tot een grote bewustwording met betrekking tot de omgang met
dieren onder zomerse omstandigheden. Het aantal incidenten tijdens het vervoer van dieren is met deze gezamenlijke aanpak tot een minimum beperkt. In dit licht is er geen
aanleiding noch noodzaak om de Beleidsregel aan te scherpen.
Gezien de langjarige samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven is het eenzijdig wijzigen van de Beleidsregel niet het meest geschikte middel om het welzijn van de dieren
tijdens transport te verbeteren. Het ligt meer voor de hand om de door de sector uitgestoken hand, om in protocollen gemaakte afspraken uit te bouwen, aan te nemen.

We vragen om een standstill van 12 maanden voor invoering van het verbod omdat op Europees niveau wordt gewerkt aan herziening van regelgeving waarin expliciet
de reistijden en -condities bij extreme temperaturen is opgenomen. Daarmee wordt veetransport bij extreme temperaturen al geregeld.
Door de wijziging van de beleidsregel ontstaat een ongelijk speelveld tussen de verschillende lidstaten. In Nederland wordt veetransport bij 30°C immers verboden,
terwijl dat binnen de meeste andere lidstaten mogelijk blijft. Naast een ongelijk speelveld veroorzaakt dit onduidelijkheid.
De beleidsregel is van toepassing op alle transporten in Nederland, ook wanneer zij afkomstig zijn uit een ander land of onderweg zijn naar een ander land. Daarmee
raakt de beleidsregel ook aan het vrije verkeer van goederen in de gemeenschappelijke markt.
Uit de impactanalyses van sectorpartijen blijkt dat het verbieden van veetransport bij 30°C grote negatieve gevolgen heeft voor de gehele dierlijke keten in Nederland.
In de zomerperiode zal het transport van dieren gedurende meerdere dagen niet kunnen plaatsvinden.
Vanaf 2015 werken betrokken brancheorganisaties gericht en succesvol aan het zoveel mogelijk voorkomen van hittestress bij landbouwhuisdieren tijdens transport.
De sectorpartijen hebben voor de zomer van 2016 eigen hitteprotocollen opgesteld, waarbij de sector vanaf een verwachte temperatuur van 27°C preventieve maatregelen
neemt tegen hittestress bij landbouwhuisdieren. Deze gezamenlijke aanpak heeft in de gehele keten geleid tot een grote bewustwording met betrekking tot de omgang met
dieren onder zomerse omstandigheden. Het aantal incidenten tijdens het vervoer van dieren is met deze gezamenlijke aanpak tot een minimum beperkt. In dit licht is er geen
aanleiding noch noodzaak om de Beleidsregel aan te scherpen.
Gezien de langjarige samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven is het eenzijdig wijzigen van de Beleidsregel niet het meest geschikte middel om het welzijn van de dieren
tijdens transport te verbeteren. Het ligt meer voor de hand om de door de sector uitgestoken hand, om in protocollen gemaakte afspraken uit te bouwen, aan te nemen.

We vragen om een standstill van 12 maanden voor invoering van het verbod omdat op Europees niveau wordt gewerkt aan herziening van regelgeving waarin expliciet
de reistijden en -condities bij extreme temperaturen is opgenomen. Daarmee wordt veetransport bij extreme temperaturen al geregeld.
Door de wijziging van de beleidsregel ontstaat een ongelijk speelveld tussen de verschillende lidstaten. In Nederland wordt veetransport bij 30°C immers verboden,
terwijl dat binnen de meeste andere lidstaten mogelijk blijft. Naast een ongelijk speelveld veroorzaakt dit onduidelijkheid.
De beleidsregel is van toepassing op alle transporten in Nederland, ook wanneer zij afkomstig zijn uit een ander land of onderweg zijn naar een ander land. Daarmee
raakt de beleidsregel ook aan het vrije verkeer van goederen in de gemeenschappelijke markt.
Uit de impactanalyses van sectorpartijen blijkt dat het verbieden van veetransport bij 30°C grote negatieve gevolgen heeft voor de gehele dierlijke keten in Nederland.
In de zomerperiode zal het transport van dieren gedurende meerdere dagen niet kunnen plaatsvinden.
Vanaf 2015 werken betrokken brancheorganisaties gericht en succesvol aan het zoveel mogelijk voorkomen van hittestress bij landbouwhuisdieren tijdens transport.
De sectorpartijen hebben voor de zomer van 2016 eigen hitteprotocollen opgesteld, waarbij de sector vanaf een verwachte temperatuur van 27°C preventieve maatregelen
neemt tegen hittestress bij landbouwhuisdieren. Deze gezamenlijke aanpak heeft in de gehele keten geleid tot een grote bewustwording met betrekking tot de omgang met
dieren onder zomerse omstandigheden. Het aantal incidenten tijdens het vervoer van dieren is met deze gezamenlijke aanpak tot een minimum beperkt. In dit licht is er geen
aanleiding noch noodzaak om de Beleidsregel aan te scherpen.
Gezien de langjarige samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven is het eenzijdig wijzigen van de Beleidsregel niet het meest geschikte middel om het welzijn van de dieren
tijdens transport te verbeteren. Het ligt meer voor de hand om de door de sector uitgestoken hand, om in protocollen gemaakte afspraken uit te bouwen, aan te nemen.