Bericht 002
Mededeling van de Commissie - TRIS/(2020) 03921
Richtlijn (EU) 2015/1535
Vertaling van het bericht 001
Kennisgeving: 2020/0682/S
No abre el plazo - Nezahajuje odklady - Fristerne indledes ikke - Kein Fristbeginn - Viivituste perioodi ei avata - Καμμία έναρξη προθεσμίας - Does not open the delays - N'ouvre pas de délais - Non fa decorrere la mora - Neietekmē atlikšanu - Atidėjimai nepradedami - Nem nyitja meg a késéseket - Ma’ jiftaħx il-perijodi ta’ dawmien - Geen termijnbegin - Nie otwiera opóźnień - Não inicia o prazo - Neotvorí oneskorenia - Ne uvaja zamud - Määräaika ei ala tästä - Inleder ingen frist - Не се предвижда период на прекъсване - Nu deschide perioadele de stagnare - Nu deschide perioadele de stagnare.
(MSG: 202003921.NL)
1. MSG 002 IND 2020 0682 S NL 02-11-2020 S NOTIF
2. S
3A. Kommerskollegium
Box 6803, 113 86 Stockholm
Sverige
Tel: 08-690 48 00
E-post: 1535@kommerskollegium.se
3B. Regeringskansliet, Miljödepartementet
103 33 Stockholm
Sverige
4. 2020/0682/S - C00C
5. Verordening tot wijziging van de verordening inzake pesticiden (2014:425)
6. Gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
7. - Richtlijn 2009/128/EG betreffende duurzaam gebruik van pesticiden
8. Achtergrond
Richtlijn 2009/128/EG betreffende het duurzaam gebruik van pesticiden heeft tot doel de risico's en gevolgen van het gebruik van pesticiden voor de menselijke gezondheid en het milieu te verminderen. Om dit doel te bereiken, moeten de lidstaten alle nodige maatregelen nemen om gewasbescherming met een lage inbreng van pesticiden te bevorderen en, voor zover mogelijk, prioriteit geven aan niet-chemische methoden. De bepalingen in de Richtlijn zijn minimumregels die de lidstaat in staat moeten stellen strengere eisen op te leggen om het doel van de Richtlijn te bereiken.
Artikel 12 van de Richtlijn verplicht de lidstaten ervoor te zorgen dat het gebruik van pesticiden tot een minimum wordt beperkt of wordt verboden in gebieden die worden gebruikt door het grote publiek of door kwetsbare groepen zoals gedefinieerd in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 1107/2009, zoals openbare parken en tuinen, sport- en recreatieterreinen, schoolpleinen en kinderspeelplaatsen en in de directe omgeving van zorginstellingen. Overeenkomstig artikel 3, lid 14, van Verordening (EG) nr.1107/2009 zijn kwetsbare groepen personen die bijzondere aandacht behoeven bij de beoordeling van de acute en chronische gezondheidseffecten van gewasbeschermingsmiddelen, met inbegrip van zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, ongeboren kinderen, zuigelingen en kinderen, ouderen en werknemers en bewoners die langdurig in hoge mate aan pesticiden worden blootgesteld.
In het Verslag 2017/2284 (INI) over de tenuitvoerlegging van de Richtlijn riep het Europees Parlement de lidstaten op het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen te verbieden in gebieden die worden gebruikt door het grote publiek en kwetsbare bevolkingsgroepen in overeenstemming met artikel 12 van de Richtlijn.
Artikel 12 wordt in de Zweedse wetgeving omgezet door hoofdstuk 2, § 40, van de verordening inzake pesticiden. Krachtens deze bepaling is speciale toestemming van de gemeente vereist voor professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op bijvoorbeeld percelen voor appartementsgebouwen, op (basis)schoolpleinen, op speelplaatsen waartoe het publiek toegang heeft en in parken en tuinen waartoe het publiek toegang heeft.
Het verbieden van het professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is thans dus al het uitgangspunt voor deze gebieden.
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in privétuinen en woonomgevingen is niet gereguleerd ondanks het feit dat het gebruik in deze omgevingen gevaarlijk kan zijn voor kwetsbare bevolkingsgroepen, zoals jonge kinderen. Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in privétuinen en in volkstuinen kan tevens schade toebrengen aan bestuivende insecten en het grondwater.
De Richtlijn verplicht de lidstaten om nationale actieplannen op te stellen voor het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (artikel 4). De lidstaat moet in het nationale actieplan kwantitatieve doelstellingen, streefcijfers, maatregelen en tijdschema's vaststellen om de risico's en gevolgen van het gebruik van pesticiden voor de menselijke gezondheid en het milieu te verminderen, en de ontwikkeling en invoering van geïntegreerde plaagbestrijding en alternatieve benaderingen of methoden aanmoedigen om de afhankelijkheid van het gebruik van pesticiden te verminderen. Geïntegreerde plaagbestrijding wordt in de Richtlijn gedefinieerd als een zorgvuldige afweging van alle beschikbare gewasbeschermingsmethoden en de daaropvolgende integratie van passende maatregelen die de ontwikkeling van populaties van schadelijke organismen tegengaan en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en andere vormen van interventie op een niveau houden dat economisch en ecologisch verantwoord is, en de risico's voor de menselijke gezondheid en het milieu vermindert of minimaliseert.
In april 2019 heeft de regering een besluit genomen over een herzien Zweeds actieplan (Zweeds nationaal actieplan voor het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor de periode 2019-2022, N2019/01607/SMF). De algemene doelstelling van het Zweedse actieplan is om de risicotrend te verminderen. Het plan bevat zes doelstellingen, waaronder het verminderen van risico's voor milieu en gezondheid en het beperken van gewasbeschermingsmiddelen die schadelijk kunnen zijn voor bestuivende insecten, zodat de risico's voor deze insecten worden geminimaliseerd.
Hoofdinhoud van de regelingen
Het voorstel houdt in dat alle gebruik van gewasbeschermingsmiddelen op bepaalde plaatsen is verboden. Tegenwoordig is er al een verbod op het gebruik in hooiland en grasland dat niet geschikt is om te ploegen, maar wel om te maaien of te grazen. Overeenkomstig het voorstel wordt het volgende toegevoegd:
- (basis)schoolpleinen en op speelplaatsen waartoe het publiek toegang heeft;
- parken, tuinen en andere gebieden die in de eerste plaats bedoeld zijn als recreatiegebieden waartoe het publiek toegang heeft;
- volkstuintjes en kassen die niet beroepsmatig worden gebruikt;
- percelen voor woongebouwen (verwijst ook naar bebouwing op het betreffende perceel) en potplanten in de eigen tuinomgeving;
- planten die binnen staan, behalve planten in productieruimten, magazijnen en dergelijke.
Op grond van het voorstel zal het Zweedse Agentschap voor chemische stoffen regelingen kunnen vaststellen over vrijstellingen van het verbod op dergelijke werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen waarvan wordt aangenomen dat ze een beperkt risico vormen voor de menselijke gezondheid en het milieu.
De Zweedse Landbouwraad krijgt de bevoegdheid om regelingen vast te stellen over vrijstellingen van het verbod teneinde het ontstaan, de vestiging en de verspreiding van quarantaineorganismen te voorkomen, evenals vrijstellingen die nodig zijn voor de teelt van planten die worden bewaard in de Zweedse nationale genenbank of in het Nordic Genetic Resource Center.
De Zweedse Landbouwraad krijgt de bevoegdheid om regelingen vast te stellen over vrijstellingen van het verbod teneinde het ontstaan, de vestiging en de verspreiding te voorkomen van invasieve uitheemse soorten op hooiland en grasland die niet geschikt zijn om te ploegen, maar wel kunnen worden gebruikt om te maaien of te grazen. Het Zweedse Agentschap voor milieubescherming krijgt de bevoegdheid om regelingen vast te stellen over vrijstellingen die nodig zijn om verspreiding te voorkomen van invasieve uitheemse soorten naar andere plaatsen waar verboden gelden.
Een gemeente kan in afzonderlijke gevallen vrijstelling verlenen van het gebruiksverbod als het gewasbeschermingsmiddel is goedgekeurd door het Zweedse Agentschap voor chemische stoffen en het gebruik in overeenstemming is met de voorwaarden voor goedkeuring, en het nodig is voor de teelt van planten die worden bewaard in de Zweedse nationale genenbank of in het Nordic Genetic Resource Center of voor andere speciale redenen.
Voor beroepsmatig gebruik is op bepaalde plaatsen al toestemming van de gemeente nodig. Het voorstel houdt in dat een aantal van deze plaatsen nu wordt opgenomen in de nieuwe bepaling inzake het gebruiksverbod. Dit is van toepassing op:
- percelen voor appartementsgebouwen;
- (basis)schoolpleinen;
- speelplaatsen waartoe het publiek toegang heeft;
- parken en tuinen waartoe het publiek toegang heeft.
Op andere plaatsen waar voor beroepsmatig gebruik tegenwoordig toestemming is vereist, zal dit ook nodig blijven. Dit geldt voor:
- sport- en recreatieterreinen;
- tijdens plannings- en bouwwerkzaamheden;
- weggedeelten en op grindoppervlakken, en andere sterk doorlatende oppervlakken;
- asfalt of betonnen oppervlakken of die van andere harde materialen.
Het gebruik van middelen met werkzame stoffen die zijn vrijgesteld van de voorschriften van het Zweedse Agentschap voor chemische stoffen, wordt echter ook vrijgesteld van de vergunningplicht.
Beroepsmatig gebruik op bepaalde aanvullende plaatsen vereist tegenwoordig een schriftelijke kennisgeving aan de gemeente. Dit is van toepassing op:
- weggedeelten, om het ontstaan, de vestiging en de verspreiding te voorkomen van invasieve uitheemse soorten of het ontstaan, de vestiging en de verspreiding te voorkomen van quarantaineorganismen;
- dijken;
- gebieden die niet vallen onder de vergunningsvereisten overeenkomstig § 40 en die een aaneengesloten oppervlakte hebben van meer dan 1000 vierkante meter waar het publiek vrij kan bewegen.
De meldingsplicht met betrekking tot deze plaatsen blijft bestaan, onder toevoeging van plaatsen die niet onder een gebruiksverbod vallen. Het gebruik van middelen met werkzame stoffen die zijn vrijgesteld van de voorschriften van het Zweedse Agentschap voor chemische stoffen, wordt echter vrijgesteld van de meldingsplicht.
Er wordt voorgesteld de voorschriften op 1 februari 2021 in werking te laten treden. Er wordt voorgesteld dat de toestemming voor het beroepsmatig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen waartoe is besloten in overeenstemming met oudere voorschriften, blijft gelden tot uiterlijk 31 december 2022.
9. Het doel van de voorschriften is om het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in gebieden die worden gebruikt door het grote publiek of kwetsbare bevolkingsgroepen tot een minimum te beperken, overeenkomstig de vereisten van Richtlijn 2009/128/EG. De voorschriften zijn er tevens op gericht om te voldoen aan de Zweedse milieukwaliteitsdoelstelling "Een niet-toxisch milieu".
Artikel 12 van Richtlijn 2009/128/EG bevat voorbeelden van gebieden die worden gebruikt door kwetsbare bevolkingsgroepen. De lijst in het artikel is niet uitputtend. Kwetsbare bevolkingsgroepen zoals jonge kinderen kunnen schade oplopen door blootstelling aan pesticiden, zelfs in de gebieden die vallen onder hoofdstuk 2, § 37 van het voorstel, wat een algemeen verbod op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in deze gebieden rechtvaardigt.
Momenteel geldt de regel dat in deze gebieden geen gemeentelijke toestemming voor beroepsmatig gebruik wordt verleend als er redelijke alternatieven voorhanden zijn. Omdat er vaak alternatieven zijn, vergroten de voorgestelde verbodsbepalingen ook de duidelijkheid van de voorschriften en verminderen ze tegelijkertijd de administratieve lasten voor de gemeenten.
De voorschriften beogen tevens alternatieve methoden voor het gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen in deze gebieden te bevorderen. De voorgestelde voorschriften maken deel uit van de tenuitvoerlegging van de algemene beginselen inzake geïntegreerde gewasbescherming in Zweden en houden in dat prioriteit wordt gegeven aan niet-chemische methoden.
Minder invasieve maatregelen om het doel te bereiken, worden geacht niet te bestaan. De maatregelen zijn evenredig, aangezien het mogelijk is voorschriften uit te vaardigen voor vrijstelling van het verbod op dergelijke werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen waarvan wordt aangenomen dat ze een beperkt risico vormen voor de menselijke gezondheid en het milieu, en voor toepassingen die nodig zijn om het ontstaan, de vestiging en de verspreiding te voorkomen van invasieve uitheemse soorten en van quarantaineorganismen. Er bestaat ook de mogelijkheid om voorschriften uit te vaardigen betreffende vrijstellingen voor toepassingen die nodig zijn voor de teelt van planten die worden bewaard in de Zweedse nationale genenbank of in het Nordic Genetic Resource Center. Daarnaast kan de gemeente besluiten tot vrijstellingen die nodig zijn voor de teelt van planten die worden bewaard in de Zweedse nationale genenbank of in het Nordic Genetic Resource Center of voor andere speciale redenen.
De maatregelen zijn een noodzakelijke voorwaarde voor het behalen van de doelstelling van het Nationaal Actieplan om de risico's en gevolgen van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor de menselijke gezondheid en het milieu te verminderen, en de doelstelling dat het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen die schadelijk zijn voor bestuivende insecten, wordt aangepast om de risico's te minimaliseren.
De voorschriften bevatten geen bepaling over wederzijdse erkenning, aangezien het voorstel alleen betrekking heeft op het gebruik.
10. Er zijn geen basisteksten.
11. Nee
12. –
13. Nee
14. Nee
15. Ja
16. TBT-aspect
Nee – Het ontwerp heeft geen grote invloed op de internationale handel.
SPS-aspect
Nee – Het ontwerp is geen sanitaire of fytosanitaire maatregel.
**********
Europese Commissie
Contactpunt Richtlijn (EU) 2015/1535
Fax: +32 229 98043
email: grow-dir2015-1535-central@ec.europa.eu